Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

El huracán Katrina demostraba que la primera potencia mundial no podía afrontar esta crisis cuando tenía un gobierno como el de George W. Bush

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n op q r s t u v z

5ea e i o r u

6e l r s v

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_PAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te palmeabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmeabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmeabas
Palmearas
Palmeases
Palmeaste
Te palmearas
Te palmeases
Te palmeaste
jij/je klom touwtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmearas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmearas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmeabas
Palmearas
Palmeases
Palmeaste
Te palmeabas
Te palmeases
Te palmeaste
jij/je klom touwtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmearás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmearás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmearás
Palmeares
Te palmeares
jij/je zal touw klimmentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmeares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmeares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmearás
Palmeares
Te palmearás
jij/je zal touw klimmentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmearías":
segunda persona singular condicional del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmearías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmearías
jij/je zou touw klimmentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmeas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmeas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmeas
Palmees
Te palmees
jij/je klimt touwtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmeases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmeases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmeabas
Palmearas
Palmeases
Palmeaste
Te palmeabas
Te palmearas
Te palmeaste
jij/je klom touwtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmeaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmeaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmeabas
Palmearas
Palmeases
Palmeaste
Te palmeabas
Te palmearas
Te palmeases
jij/je klom touwtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te palmees":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'palmearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  palmees
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'palmear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Palmeas
Palmees
Te palmeas
jij/je klimt touwtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'touw klimmen'
te"te parabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pararas
Te parases
Te paraste
1.jij/je liep vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je legde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je bleef staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je hield halttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je kwam tot stilstandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je stoptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te parabas de":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pararas de
Te parases de
Te paraste de
jij/je stond op uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te pararas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pararas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parabas
Te parases
Te paraste
1.jij/je liep vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je legde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je bleef staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je hield halttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je kwam tot stilstandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je stoptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te pararás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pararás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parares
1.jij/je zal vastlopentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je zal aanleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je zal blijven staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je zal halt houdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je zal tot stilstand komentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je zal stoppentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te pararas de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pararas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parabas de
Te parases de
Te paraste de
jij/je stond op uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te pararás de":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pararás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parares de
jij/je zal opstaan uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te parares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pararás
1.jij/je zal vastlopentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je zal aanleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je zal blijven staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je zal halt houdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je zal tot stilstand komentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je zal stoppentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te parares de":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pararás de
jij/je zal opstaan uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te pararías":
segunda persona singular condicional del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pararías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
1.jij/je zou vastlopentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je zou aanleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je zou blijven staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je zou halt houdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je zou tot stilstand komentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je zou stoppentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te pararías de":
segunda persona singular condicional del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pararías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
jij/je zou opstaan uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te paras":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  paras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pares
1.jij/je loopt vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je legt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je blijft staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je houdt halttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je komt tot stilstandtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je stopttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te paras de":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  paras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pares de
jij/je staat op uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te parases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parabas
Te pararas
Te paraste
1.jij/je liep vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je legde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je bleef staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je hield halttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je kwam tot stilstandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je stoptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te parases de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parabas de
Te pararas de
Te paraste de
jij/je stond op uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te paraste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  paraste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parabas
Te pararas
Te parases
1.jij/je liep vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je legde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je bleef staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je hield halttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je kwam tot stilstandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je stoptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te paraste de":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  paraste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te parabas de
Te pararas de
Te parases de
jij/je stond op uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te parecerás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parecerás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarás
Asemejares
Parecerás
Parecieres
Semejarás
Semejarás a
Semejares
Semejares a
Te asemejarás
Te asemejares
Te parecieres
Te semejarás
Te semejarás a
Te semejares
Te semejares a
jij/je zal aardentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je zal gelijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je zal lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je zal lijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te parecerías":
segunda persona singular condicional del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parecerías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarías
Parecerías
Semejarías
Semejarías a
Te asemejarías
Te semejarías
Te semejarías a
jij/je zou aardentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je zou gelijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je zou lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je zou lijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te pareces":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pareces
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejas
Asemejes
Pareces
Parezcas
Semejas
Semejas a
Semejes
Semejes a
Te asemejas
Te asemejes
Te parezcas
Te semejas
Te semejas a
Te semejes
Te semejes a
jij/je aardttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gelijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je lijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je lijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te parecías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parecías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejabas a
Semejaras
Semejaras a
Semejases
Semejases a
Semejaste
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas
Te semejabas a
Te semejaras
Te semejaras a
Te semejases
Te semejases a
Te semejaste
Te semejaste a
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te parecieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parecieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejabas a
Semejaras
Semejaras a
Semejases
Semejases a
Semejaste
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas
Te semejabas a
Te semejaras
Te semejaras a
Te semejases
Te semejases a
Te semejaste
Te semejaste a
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te parecieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parecieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarás
Asemejares
Parecerás
Parecieres
Semejarás
Semejarás a
Semejares
Semejares a
Te asemejarás
Te asemejares
Te parecerás
Te semejarás
Te semejarás a
Te semejares
Te semejares a
jij/je zal aardentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je zal gelijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je zal lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je zal lijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te parecieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parecieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejabas a
Semejaras
Semejaras a
Semejases
Semejases a
Semejaste
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te pareciste
Te semejabas
Te semejabas a
Te semejaras
Te semejaras a
Te semejases
Te semejases a
Te semejaste
Te semejaste a
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te pareciste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pareciste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejabas a
Semejaras
Semejaras a
Semejases
Semejases a
Semejaste
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te semejabas
Te semejabas a
Te semejaras
Te semejaras a
Te semejases
Te semejases a
Te semejaste
Te semejaste a
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te pares":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'pararse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'par'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te paras
1.jij/je loopt vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vastlopen'
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Parar
Seguir
Tenerse
.
jij/je legt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanleggen'
3.jij/je blijft staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
jij/je houdt halttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
jij/je komt tot stilstandtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'tot stilstand komen'
4.jij/je stopttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
te"te pares de":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'pararse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'par'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te paras de
jij/je staat op uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opstaan uit'
te"te parezcas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'parecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  parezcas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejas
Asemejes
Pareces
Parezcas
Semejas
Semejas a
Semejes
Semejes a
Te asemejas
Te asemejes
Te pareces
Te semejas
Te semejas a
Te semejes
Te semejes a
jij/je aardttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gelijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je lijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
jij/je lijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te partas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partes
jij/je splijttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partes":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parte'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partas
jij/je splijttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partieras
Te partieses
Te partiste
jij/je spleettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partías
Te partieses
Te partiste
jij/je spleettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partirás
jij/je zal splijtentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partías
Te partieras
Te partiste
jij/je spleettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partirás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partieres
jij/je zal splijtentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partirías":
segunda persona singular condicional del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
jij/je zou splijtentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te partiste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'partirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  partiste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'partir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te partías
Te partieras
Te partieses
jij/je spleettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te pasabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pasaras
Te pasases
Te pasaste
1.jij/je ging heel ver weg in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je ging te ver in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pasaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pasabas
Te pasases
Te pasaste
1.jij/je ging heel ver weg in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je ging te ver in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pasarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pasares
1.jij/je zal heel ver weg gaan in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je zal te ver gaan in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pasares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pasarás
1.jij/je zal heel ver weg gaan in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je zal te ver gaan in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pasarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
1.jij/je zou heel ver weg gaan in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je zou te ver gaan in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pasas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasa'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pases
1.jij/je gaat heel ver weg in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je gaat te ver in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pasases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pasabas
Te pasaras
Te pasaste
1.jij/je ging heel ver weg in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je ging te ver in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pasaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pasaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pasabas
Te pasaras
Te pasases
1.jij/je ging heel ver weg in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je ging te ver in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pases":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'pasarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pasar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pasas
1.jij/je gaat heel ver weg in ruimtelijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'heel ver weg gaan in ruimtelijke zin'
2.jij/je gaat te ver in figuurlijke zintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te ver gaan in figuurlijke zin'
te"te pavoneabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavoneabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilabas
Desfilaras
Desfilases
Desfilaste
Formabas
Formaras
Formases
Formaste
Ostentabas
Ostentaras
Ostentases
Ostentaste
Pavoneabas
Pavonearas
Pavoneases
Pavoneaste
Te pavonearas
Te pavoneases
Te pavoneaste
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je paradeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je praaldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je pronktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavonearas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavonearas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilabas
Desfilaras
Desfilases
Desfilaste
Formabas
Formaras
Formases
Formaste
Ostentabas
Ostentaras
Ostentases
Ostentaste
Pavoneabas
Pavonearas
Pavoneases
Pavoneaste
Te pavoneabas
Te pavoneases
Te pavoneaste
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je paradeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je praaldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je pronktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavonearás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavonearás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilarás
Desfilares
Formarás
Formares
Ostentarás
Ostentares
Pavonearás
Pavoneares
Te pavoneares
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je zal paraderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je zal pralentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je zal pronkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavoneares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavoneares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilarás
Desfilares
Formarás
Formares
Ostentarás
Ostentares
Pavonearás
Pavoneares
Te pavonearás
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je zal paraderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je zal pralentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je zal pronkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavonearías":
segunda persona singular condicional del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavonearías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilarías
Formarías
Ostentarías
Pavonearías
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je zou paraderentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je zou pralentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je zou pronkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavoneas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavoneas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilas
Desfiles
Formas
Formes
Ostentas
Ostentes
Pavoneas
Pavonees
Te pavonees
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je paradeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je praalttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je pronkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavoneases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavoneases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilabas
Desfilaras
Desfilases
Desfilaste
Formabas
Formaras
Formases
Formaste
Ostentabas
Ostentaras
Ostentases
Ostentaste
Pavoneabas
Pavonearas
Pavoneases
Pavoneaste
Te pavoneabas
Te pavonearas
Te pavoneaste
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je paradeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je praaldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je pronktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavoneaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavoneaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilabas
Desfilaras
Desfilases
Desfilaste
Formabas
Formaras
Formases
Formaste
Ostentabas
Ostentaras
Ostentases
Ostentaste
Pavoneabas
Pavonearas
Pavoneases
Pavoneaste
Te pavoneabas
Te pavonearas
Te pavoneases
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je paradeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je praaldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je pronktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pronken'
te"te pavonees":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'pavonearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  pavonees
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pavonear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desfilas
Desfiles
Formas
Formes
Ostentas
Ostentes
Pavoneas
Pavonees
Te pavoneas
1Desfilar
Desfile
Formación
Formar
Ostentación
Ostentar
Pavonear
.
jij/je paradeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paraderen'
jij/je praalttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pralen'
2Fachendear
Pavonear
.
jij/je pronkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pronken'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n op q r s t u v z

5ea e i o r u

6e l r s v

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_PAVolgende/ Siguiente -->

boven