Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, ideal para senderistas

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j lm n o p q r s t u v z

5ea ei o u

6e d l n r t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_MAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te madurabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  madurabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maduraras
Te madurases
Te maduraste
jij/je werd rijptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te maduraras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maduraras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te madurabas
Te madurases
Te maduraste
jij/je werd rijptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te madurarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  madurarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te madurares
jij/je zal rijp wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te madurares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  madurares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te madurarás
jij/je zal rijp wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te madurarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  madurarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
jij/je zou rijp wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te maduras":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maduras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te madures
jij/je wordt rijptweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te madurases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  madurases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te madurabas
Te maduraras
Te maduraste
jij/je werd rijptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te maduraste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maduraste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te madurabas
Te maduraras
Te madurases
jij/je werd rijptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te madures":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'madurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  madures
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'madurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maduras
jij/je wordt rijptweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijp worden'
te"te malograbas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malograbas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malograras
Te malograses
Te malograste
jij/je kwam niet tot rijpheidtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je stierf vroegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malograras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malograras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malograbas
Te malograses
Te malograste
jij/je kwam niet tot rijpheidtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je stierf vroegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malograrás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malograrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malograres
jij/je zal niet tot rijpheid komentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je zal vroeg sterventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malograres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malograres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malograrás
jij/je zal niet tot rijpheid komentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je zal vroeg sterventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malograrías":
segunda persona singular condicional del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malograrías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
jij/je zou niet tot rijpheid komentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je zou vroeg sterventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malogras":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malogras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malogres
jij/je komt niet tot rijpheidtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je sterft vroegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malograses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malograses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malograbas
Te malograras
Te malograste
jij/je kwam niet tot rijpheidtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je stierf vroegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malograste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malograste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malograbas
Te malograras
Te malograses
jij/je kwam niet tot rijpheidtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je stierf vroegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te malogres":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'malograrse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  malogres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'malograr'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te malogras
jij/je komt niet tot rijpheidtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet tot rijpheid komen'
jij/je sterft vroegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vroeg sterven'
te"te manchabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manchabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascabas
Te enfrascaras
Te enfrascases
Te enfrascaste
Te mancharas
Te manchases
Te manchaste
jij/je bevlekte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je bevuilde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te mancharas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mancharas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascabas
Te enfrascaras
Te enfrascases
Te enfrascaste
Te manchabas
Te manchases
Te manchaste
jij/je bevlekte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je bevuilde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te mancharás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mancharás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascarás
Te enfrascares
Te manchares
jij/je zal je bevlekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je zal je bevuilentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te manchares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manchares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascarás
Te enfrascares
Te mancharás
jij/je zal je bevlekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je zal je bevuilentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te mancharías":
segunda persona singular condicional del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mancharías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascarías
jij/je zou je bevlekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je zou je bevuilentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te manchas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manchas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mancha'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascas
Te enfrasques
Te manches
jij/je bevlekt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je bevuilt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te manchases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manchases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascabas
Te enfrascaras
Te enfrascases
Te enfrascaste
Te manchabas
Te mancharas
Te manchaste
jij/je bevlekte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je bevuilde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te manchaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manchaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascabas
Te enfrascaras
Te enfrascases
Te enfrascaste
Te manchabas
Te mancharas
Te manchases
jij/je bevlekte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je bevuilde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te manches":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'mancharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manches
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enfrascas
Te enfrasques
Te manchas
jij/je bevlekt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevlekken'
jij/je bevuilt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevuilen'
te"te manifestabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifestabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifestaras
Te manifestases
Te manifestaste
jij/je manifesteerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifestaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifestaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifestabas
Te manifestases
Te manifestaste
jij/je manifesteerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifestarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifestarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifestares
jij/je zal je manifesterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifestares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifestares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifestarás
jij/je zal je manifesterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifestarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifestarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
jij/je zou je manifesterentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifestases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifestases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifestabas
Te manifestaras
Te manifestaste
jij/je manifesteerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifestaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifestaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifestabas
Te manifestaras
Te manifestases
jij/je manifesteerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifiestas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifiestas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifiestes
jij/je manifesteert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te manifiestes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'manifestarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  manifiestes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'manifestar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te manifiestas
jij/je manifesteert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich manifesteren'
te"te mantendrás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantendrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantuvieres
jij/je zal je onderhoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantendrías":
segunda persona singular condicional del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantendrías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
jij/je zou je onderhoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantengas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantengas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantienes
jij/je onderhoudt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantenías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantenías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantuvieras
Te mantuvieses
Te mantuviste
jij/je onderhield jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantienes":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantienes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantengas
jij/je onderhoudt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantuvieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantuvieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantenías
Te mantuvieses
Te mantuviste
jij/je onderhield jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantuvieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantuvieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantendrás
jij/je zal je onderhoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantuvieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantuvieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantenías
Te mantuvieras
Te mantuviste
jij/je onderhield jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te mantuviste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'mantenerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mantuviste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mantener'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mantenías
Te mantuvieras
Te mantuvieses
jij/je onderhield jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderhouden'
te"te maravillabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravillaras
Te maravillases
Te maravillaste
jij/je keek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravillaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravillabas
Te maravillases
Te maravillaste
jij/je keek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravillarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravillares
jij/je zal opkijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravillares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravillarás
jij/je zal opkijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravillarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
jij/je zou opkijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravillas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravilla'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravilles
jij/je kijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravillases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravillabas
Te maravillaras
Te maravillaste
jij/je keek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravillaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravillaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravillabas
Te maravillaras
Te maravillases
jij/je keek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te maravilles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'maravillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  maravilles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'maravillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te maravillas
jij/je kijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opkijken'
te"te marces":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marces
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marces
Marchitas
Marchites
Marzas
Mustias
Musties
Te marchitas
Te marchites
Te marzas
Te mustias
Te musties
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwakttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je verschiettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je verwelkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marcharas
Te marchases
Te marchaste
jij/je ging wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marcharas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcharas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marchabas
Te marchases
Te marchaste
jij/je ging wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marcharás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcharás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marchares
jij/je zal weggaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marchares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marcharás
jij/je zal weggaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marcharías":
segunda persona singular condicional del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcharías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
jij/je zou weggaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marchas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcha'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marches
jij/je gaat wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marchases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marchabas
Te marcharas
Te marchaste
jij/je ging wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marchaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marchabas
Te marcharas
Te marchases
jij/je ging wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marches":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'marcharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marches
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marchas
jij/je gaat wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
te"te marchitabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcías
Te marcieras
Te marcieses
Te marciste
Te marchitaras
Te marchitases
Te marchitaste
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je kwijndetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je verdordetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je verflenstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je verkleurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je verleptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchitaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcías
Te marcieras
Te marcieses
Te marciste
Te marchitabas
Te marchitases
Te marchitaste
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je kwijndetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je verdordetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je verflenstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je verkleurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je verleptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchitarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcieres
Marcirás
Marchitarás
Marchitares
Mustiarás
Mustiares
Te marcieres
Te marcirás
Te marchitares
Te mustiarás
Te mustiares
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je zal verzwakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je zal kwijnentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je zal verdorrentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je zal verflensentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je zal verkleurentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je zal verleppentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je zal verwelkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchitares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcieres
Marcirás
Marchitarás
Marchitares
Mustiarás
Mustiares
Te marcieres
Te marcirás
Te marchitarás
Te mustiarás
Te mustiares
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je zal verzwakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je zal kwijnentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je zal verdorrentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je zal verflensentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je zal verkleurentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je zal verleppentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je zal verwelkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchitarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcirías
Marchitarías
Mustiarías
Te marcirías
Te mustiarías
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je zou verzwakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je zou kwijnentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je zou verdorrentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je zou verflensentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je zou verkleurentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je zou verleppentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je zou verwelkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchitas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marces
Marchitas
Marchites
Marzas
Mustias
Musties
Te marces
Te marchites
Te marzas
Te mustias
Te musties
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwakttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je kwijnttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je verdorttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je verflensttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je verkleurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je verlepttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je verwelkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchitases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcías
Te marcieras
Te marcieses
Te marciste
Te marchitabas
Te marchitaras
Te marchitaste
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je kwijndetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je verdordetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je verflenstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je verkleurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je verleptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchitaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchitaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcías
Te marcieras
Te marcieses
Te marciste
Te marchitabas
Te marchitaras
Te marchitases
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je kwijndetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je verdordetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je verflenstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je verkleurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je verleptetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marchites":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'marchitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marchites
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marchitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marces
Marchitas
Marchites
Marzas
Mustias
Musties
Te marces
Te marchitas
Te marzas
Te mustias
Te musties
1Marcir
Marcirse
Marchitar
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwakttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2Languidecer
Marcirse
Mustiarse
.
jij/je kwijnttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kwijnen'
jij/je verdorttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verdorren'
jij/je verflensttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verflensen'
jij/je verkleurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verkleuren'
jij/je verlepttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verleppen'
jij/je verwelkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marcías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcieras
Te marcieses
Te marciste
Te marchitabas
Te marchitaras
Te marchitases
Te marchitaste
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je verschoottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marcieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcías
Te marcieses
Te marciste
Te marchitabas
Te marchitaras
Te marchitases
Te marchitaste
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je verschoottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marcieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcieres
Marcirás
Marchitarás
Marchitares
Mustiarás
Mustiares
Te marcirás
Te marchitarás
Te marchitares
Te mustiarás
Te mustiares
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je zal verzwakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je zal verschietentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je zal verwelkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marcieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcías
Te marcieras
Te marciste
Te marchitabas
Te marchitaras
Te marchitases
Te marchitaste
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je verschoottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marcirás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcieres
Marcirás
Marchitarás
Marchitares
Mustiarás
Mustiares
Te marcieres
Te marchitarás
Te marchitares
Te mustiarás
Te mustiares
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je zal verzwakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je zal verschietentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je zal verwelkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marcirías":
segunda persona singular condicional del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marcirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcirías
Marchitarías
Mustiarías
Te marchitarías
Te mustiarías
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je zou verzwakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je zou verschietentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je zou verwelkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te marciste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marciste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marcir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marcías
Marcieras
Marcieses
Marciste
Marchitabas
Marchitaras
Marchitases
Marchitaste
Mustiabas
Mustiaras
Mustiases
Mustiaste
Te marcías
Te marcieras
Te marcieses
Te marchitabas
Te marchitaras
Te marchitases
Te marchitaste
Te mustiabas
Te mustiaras
Te mustiases
Te mustiaste
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je verschoottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je verwelktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
te"te mareabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mareabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marearas
Te mareases
Te mareaste
1.jij/je werd duizeligtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je werd misselijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je werd zeeziektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je bedierf op zeetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te marearas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marearas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mareabas
Te mareases
Te mareaste
1.jij/je werd duizeligtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je werd misselijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je werd zeeziektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je bedierf op zeetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te marearás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marearás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mareares
1.jij/je zal duizelig wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je zal misselijk wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je zal zeeziek wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je zal op zee bederventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te mareares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mareares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marearás
1.jij/je zal duizelig wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je zal misselijk wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je zal zeeziek wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je zal op zee bederventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te marearías":
segunda persona singular condicional del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marearías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
1.jij/je zou duizelig wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je zou misselijk wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je zou zeeziek wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je zou op zee bederventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te mareas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mareas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marea'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te marees
1.jij/je wordt duizeligtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je wordt misselijktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je wordt zeeziektweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je bederft op zeetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te mareases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mareases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mareabas
Te marearas
Te mareaste
1.jij/je werd duizeligtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je werd misselijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je werd zeeziektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je bedierf op zeetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te mareaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  mareaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mareabas
Te marearas
Te mareases
1.jij/je werd duizeligtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je werd misselijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je werd zeeziektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je bedierf op zeetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te marees":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'marearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marees
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mareas
1.jij/je wordt duizeligtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'duizelig worden'
jij/je wordt misselijktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'misselijk worden'
jij/je wordt zeeziektweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeeziek worden'
2.jij/je bederft op zeetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op zee bederven'
te"te martirices":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirices
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentas
Te atormentes
Te martirizas
jij/je bezorgt je verdriettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentabas
Te atormentaras
Te atormentases
Te atormentaste
Te martirizaras
Te martirizases
Te martirizaste
jij/je bezorgde je verdriettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentabas
Te atormentaras
Te atormentases
Te atormentaste
Te martirizabas
Te martirizases
Te martirizaste
jij/je bezorgde je verdriettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentarás
Te atormentares
Te martirizares
jij/je zal je verdriet bezorgentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentarás
Te atormentares
Te martirizarás
jij/je zal je verdriet bezorgentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentarías
jij/je zou je verdriet bezorgentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentas
Te atormentes
Te martirices
jij/je bezorgt je verdriettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentabas
Te atormentaras
Te atormentases
Te atormentaste
Te martirizabas
Te martirizaras
Te martirizaste
jij/je bezorgde je verdriettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te martirizaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'martirizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  martirizaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'martirizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te atormentabas
Te atormentaras
Te atormentases
Te atormentaste
Te martirizabas
Te martirizaras
Te martirizases
jij/je bezorgde je verdriettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdriet bezorgen'
te"te marzas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'marcirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  marzas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'marzas'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Marces
Marchitas
Marchites
Marzas
Mustias
Musties
Te marces
Te marchitas
Te marchites
Te mustias
Te musties
1Marcir
Marchitar
Marchitarse
Mustiar
Mustiarse
.
jij/je verzwakttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
2.jij/je verschiettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschieten'
3Languidecer
Marchitarse
Mustiarse
.
jij/je verwelkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verwelken'
"té matcha":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'té'
  matcha
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'matcha'
, el  w
matchazelfstandig naamwoord zn
  w
te"te materialices":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materialices
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materializas
jij/je wordt stoffelijktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materializaras
Te materializases
Te materializaste
jij/je werd stoffelijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materializabas
Te materializases
Te materializaste
jij/je werd stoffelijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materializares
jij/je zal stoffelijk wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materializarás
jij/je zal stoffelijk wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
jij/je zou stoffelijk wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materialices
jij/je wordt stoffelijktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materializabas
Te materializaras
Te materializaste
jij/je werd stoffelijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te materializaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'materializarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  materializaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'materializar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te materializabas
Te materializaras
Te materializases
jij/je werd stoffelijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoffelijk worden'
te"te matriculabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matricularas
Te matriculases
Te matriculaste
1.jij/je meldde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je schreef je intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je liet je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matriculabas en":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matricularas en
Te matriculases en
Te matriculaste en
jij/je schreef je in voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matricularas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricularas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculabas
Te matriculases
Te matriculaste
1.jij/je meldde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je schreef je intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je liet je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matricularás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricularás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculares
1.jij/je zal je aanmeldentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je zal je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je zal je laten inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matricularas en":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricularas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculabas en
Te matriculases en
Te matriculaste en
jij/je schreef je in voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matricularás en":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricularás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculares en
jij/je zal je inschrijven voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matriculares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matricularás
1.jij/je zal je aanmeldentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je zal je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je zal je laten inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matriculares en":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matricularás en
jij/je zal je inschrijven voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matricularías":
segunda persona singular condicional del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricularías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
1.jij/je zou je aanmeldentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je zou je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je zou je laten inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matricularías en":
segunda persona singular condicional del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricularías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
jij/je zou je inschrijven voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matriculas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matricules
1.jij/je meldt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je schrijft je intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je laat je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matriculas en":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matricules en
jij/je schrijft je in voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matriculases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculabas
Te matricularas
Te matriculaste
1.jij/je meldde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je schreef je intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je liet je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matriculases en":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculabas en
Te matricularas en
Te matriculaste en
jij/je schreef je in voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matriculaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculabas
Te matricularas
Te matriculases
1.jij/je meldde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je schreef je intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je liet je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matriculaste en":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matriculaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculabas en
Te matricularas en
Te matriculases en
jij/je schreef je in voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'
te"te matricules":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'matricularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricules
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculas
1.jij/je meldt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aanmelden'
jij/je schrijft je intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven'
2.jij/je laat je inschrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten inschrijven'
te"te matricules en":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'matricularse en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  matricules
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'matricular'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te matriculas en
jij/je schrijft je in voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inschrijven voor'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j lm n o p q r s t u v z

5ea ei o u

6e d l n r t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_MAVolgende/ Siguiente -->

boven