Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5ea e i o u

6e b c g l r s y

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_HAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te habías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportabas
Te comportaras
Te comportases
Te comportaste
Te conducías
Te condujeras
Te condujeses
Te condujiste
Te hubieras
Te hubieses
Te hubiste
Te portabas
Te portaras
Te portases
Te portaste
Te tratabas
Te trataras
Te tratases
Te trataste
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je kreeg het met iemand aan de stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je mat je met iemandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te habituabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habituabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habituabas
Habituaras
Habituases
Habituaste
Te acostumbrabas
Te acostumbraras
Te acostumbrases
Te acostumbraste
Te habituaras
Te habituases
Te habituaste
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gewendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je raakte gewendtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je wendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habituaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habituaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habituabas
Habituaras
Habituases
Habituaste
Te acostumbrabas
Te acostumbraras
Te acostumbrases
Te acostumbraste
Te habituabas
Te habituases
Te habituaste
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gewendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je raakte gewendtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je wendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habituarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habituarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habituarás
Habituares
Te acostumbrarás
Te acostumbrares
Te habituares
jij/je zal aardentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je zal gewend rakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je zal gewennentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je zal wennentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habituares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habituares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habituarás
Habituares
Te acostumbrarás
Te acostumbrares
Te habituarás
jij/je zal aardentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je zal gewend rakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je zal gewennentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je zal wennentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habituarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habituarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habituarías
Te acostumbrarías
jij/je zou aardentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je zou gewend rakentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je zou gewennentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je zou wennentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habitúas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habitúas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habitúas
Habitúes
Te acostumbras
Te acostumbres
Te habitúes
jij/je aardttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gewenttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je raakt gewendtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je wenttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habituases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habituases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habituabas
Habituaras
Habituases
Habituaste
Te acostumbrabas
Te acostumbraras
Te acostumbrases
Te acostumbraste
Te habituabas
Te habituaras
Te habituaste
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gewendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je raakte gewendtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je wendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habituaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habituaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habituabas
Habituaras
Habituases
Habituaste
Te acostumbrabas
Te acostumbraras
Te acostumbrases
Te acostumbraste
Te habituabas
Te habituaras
Te habituases
jij/je aarddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gewendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je raakte gewendtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je wendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habitúes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'habituarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habitúes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'habituar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Habitúas
Habitúes
Te acostumbras
Te acostumbres
Te habitúas
jij/je aardttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aarden'
jij/je gewenttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewennen'
jij/je raakt gewendtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gewend raken'
jij/je wenttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wennen'
te"te habrás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportarás
Te comportares
Te conducirás
Te condujeres
Te hubieres
Te portarás
Te portares
Te tratarás
Te tratares
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je zal je gedragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je zal het met iemand aan de stok krijgentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je zal je met iemand metentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te habrías":
segunda persona singular condicional del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  habrías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportarías
Te conducirías
Te portarías
Te tratarías
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je zou je gedragentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je zou het met iemand aan de stok krijgentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je zou je met iemand metentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te haces":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  haces
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hagas
jij/je raakttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je wordttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te haces espeso":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  haces
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hagas espeso
jij/je dikt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je wordt dikkertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hacías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hacías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hicieras
Te hicieses
Te hiciste
jij/je raaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te hacías espeso":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hacías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hicieras espeso
Te hicieses espeso
Te hiciste espeso
jij/je dikte aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je werd dikkertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hagas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hagas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te haces
jij/je raakttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je wordttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te hagas espeso":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hagas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te haces espeso
jij/je dikt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je wordt dikkertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hallabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicabas
Radicaras
Radicases
Radicaste
Te encontrabas
Te encontraras
Te encontrases
Te encontraste
Te hallaras
Te hallases
Te hallaste
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je bevond jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je vond je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je wastweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te hallaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicabas
Radicaras
Radicases
Radicaste
Te encontrabas
Te encontraras
Te encontrases
Te encontraste
Te hallabas
Te hallases
Te hallaste
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je bevond jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je vond je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je wastweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te hallarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicarás
Radicares
Te encontrarás
Te encontrares
Te hallares
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je zal je bevindentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je zal je terugvindentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je zal zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te hallares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicarás
Radicares
Te encontrarás
Te encontrares
Te hallarás
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je zal je bevindentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je zal je terugvindentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je zal zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te hallarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicarías
Te encontrarías
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je zou je bevindentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je zou je terugvindentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je zou zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te hallas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicas
Radiques
Te encuentras
Te encuentres
Te halles
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je bevindt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je vindt je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je benttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te hallases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicabas
Radicaras
Radicases
Radicaste
Te encontrabas
Te encontraras
Te encontrases
Te encontraste
Te hallabas
Te hallaras
Te hallaste
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je bevond jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je vond je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je wastweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te hallaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hallaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicabas
Radicaras
Radicases
Radicaste
Te encontrabas
Te encontraras
Te encontrases
Te encontraste
Te hallabas
Te hallaras
Te hallases
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je bevond jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je vond je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je wastweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te halles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hallarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  halles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hallar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Radicas
Radiques
Te encuentras
Te encuentres
Te hallas
1Encontrarse
Radicar
.
jij/je bevindt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bevinden'
2.jij/je vindt je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugvinden'
3.jij/je benttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn'
te"te harás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  harás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hicieres
jij/je zal rakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je zal wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te harás espeso":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  harás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hicieres espeso
jij/je zal aandikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je zal dikker wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te harías":
segunda persona singular condicional del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  harías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
jij/je zou rakentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je zou wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te harías espeso":
segunda persona singular condicional del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  harías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
jij/je zou aandikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je zou dikker wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hartabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahitabas
Te ahitaras
Te ahitases
Te ahitaste
Te hartaras
Te hartases
Te hartaste
Te repletabas
Te repletaras
Te repletases
Te repletaste
jij/je oververzadigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahitabas
Te ahitaras
Te ahitases
Te ahitaste
Te hartabas
Te hartases
Te hartaste
Te repletabas
Te repletaras
Te repletases
Te repletaste
jij/je oververzadigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahitarás
Te ahitares
Te hartares
Te repletarás
Te repletares
jij/je zal je oververzadigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahitarás
Te ahitares
Te hartarás
Te repletarás
Te repletares
jij/je zal je oververzadigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahitarías
Te repletarías
jij/je zou je oververzadigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahítas
Te ahítes
Te hartes
Te repletas
Te repletes
jij/je oververzadigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahitabas
Te ahitaras
Te ahitases
Te ahitaste
Te hartabas
Te hartaras
Te hartaste
Te repletabas
Te repletaras
Te repletases
Te repletaste
jij/je oververzadigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahitabas
Te ahitaras
Te ahitases
Te ahitaste
Te hartabas
Te hartaras
Te hartases
Te repletabas
Te repletaras
Te repletases
Te repletaste
jij/je oververzadigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te hartes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hartes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ahítas
Te ahítes
Te hartas
Te repletas
Te repletes
jij/je oververzadigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich oververzadigen'
te"te has":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  has
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportas
Te comportes
Te conduces
Te conduzcas
Te hayas
Te portas
Te portes
Te tratas
Te trates
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je gedraagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je krijgt het met iemand aan de stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je meet je met iemandtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te hayas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hayas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportas
Te comportes
Te conduces
Te conduzcas
Te has
Te portas
Te portes
Te tratas
Te trates
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je gedraagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je krijgt het met iemand aan de stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je meet je met iemandtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5ea e i o u

6e b c g l r s y

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_HAVolgende/ Siguiente -->

boven