Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o pq r s t u v z

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_QUVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te quedabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedaras
Te quedases
Te quedaste
1.jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je bleef overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je bleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je resteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je resttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je toefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je verbleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedabas atrás":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Tardabas
Tardaras
Tardases
Tardaste
Te quedaras atrás
Te quedases atrás
Te quedaste atrás
jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je bleef natweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedabas con":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservabas
Conservaras
Conservases
Conservaste
Guardabas
Guardaras
Guardases
Guardaste
Te quedaras con
Te quedases con
Te quedaste con
jij/je behieldtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedabas quieto":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedaras quieto
Te quedases quieto
Te quedaste quieto
jij/je bleef rustigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedabas
Te quedases
Te quedaste
1.jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je bleef overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je bleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je resteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je resttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je toefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je verbleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedares
1.jij/je zal achterblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je zal wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je zal blijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je zal overblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je zal restentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je zal resterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je zal toeventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je zal verblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedaras atrás":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Tardabas
Tardaras
Tardases
Tardaste
Te quedabas atrás
Te quedases atrás
Te quedaste atrás
jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je bleef natweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedarás atrás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarás
Demorares
Tardarás
Tardares
Te quedares atrás
jij/je zal achterblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je zal nablijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedaras con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservabas
Conservaras
Conservases
Conservaste
Guardabas
Guardaras
Guardases
Guardaste
Te quedabas con
Te quedases con
Te quedaste con
jij/je behieldtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedarás con":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservarás
Conservares
Guardarás
Guardares
Te quedares con
jij/je zal behoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedaras quieto":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedabas quieto
Te quedases quieto
Te quedaste quieto
jij/je bleef rustigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedarás quieto":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedares quieto
jij/je zal rustig blijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedarás
1.jij/je zal achterblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je zal wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je zal blijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je zal overblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je zal restentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je zal resterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je zal toeventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je zal verblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedares atrás":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarás
Demorares
Tardarás
Tardares
Te quedarás atrás
jij/je zal achterblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je zal nablijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedares con":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservarás
Conservares
Guardarás
Guardares
Te quedarás con
jij/je zal behoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedares quieto":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedarás quieto
jij/je zal rustig blijventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
1.jij/je zou achterblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je zou wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je zou blijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je zou overblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je zou restentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je zou resterentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je zou toeventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je zou verblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedarías atrás":
segunda persona singular condicional del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarías
Tardarías
jij/je zou achterblijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je zou nablijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedarías con":
segunda persona singular condicional del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservarías
Guardarías
jij/je zou behoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedarías quieto":
segunda persona singular condicional del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
jij/je zou rustig blijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedes
1.jij/je blijft achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je wordttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je blijft overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je blijfttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je resteerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je resttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je toefttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je verblijfttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedas atrás":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoras
Demores
Tardas
Tardes
Te quedes atrás
jij/je blijft achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je blijft natweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedas con":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservas
Conserves
Guardas
Guardes
Te quedes con
jij/je behoudttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedas quieto":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedes quieto
jij/je blijft rustigtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedabas
Te quedaras
Te quedaste
1.jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je bleef overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je bleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je resteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je resttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je toefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je verbleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedases atrás":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Tardabas
Tardaras
Tardases
Tardaste
Te quedabas atrás
Te quedaras atrás
Te quedaste atrás
jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je bleef natweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedases con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservabas
Conservaras
Conservases
Conservaste
Guardabas
Guardaras
Guardases
Guardaste
Te quedabas con
Te quedaras con
Te quedaste con
jij/je behieldtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedases quieto":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedabas quieto
Te quedaras quieto
Te quedaste quieto
jij/je bleef rustigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedabas
Te quedaras
Te quedases
1.jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je bleef overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je bleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je resteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je resttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je toefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je verbleeftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedaste atrás":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Tardabas
Tardaras
Tardases
Tardaste
Te quedabas atrás
Te quedaras atrás
Te quedases atrás
jij/je bleef achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je bleef natweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedaste con":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservabas
Conservaras
Conservases
Conservaste
Guardabas
Guardaras
Guardases
Guardaste
Te quedabas con
Te quedaras con
Te quedases con
jij/je behieldtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedaste quieto":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedabas quieto
Te quedaras quieto
Te quedases quieto
jij/je bleef rustigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quedes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quedarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedas
1.jij/je blijft achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
2.jij/je wordttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
3Estarse
Permanecer
.
jij/je blijft overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overblijven'
jij/je blijfttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blijven'
jij/je resteerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resteren'
jij/je resttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resten'
jij/je toefttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'toeven'
jij/je verblijfttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verblijven'
te"te quedes atrás":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quedarse atrás'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  atrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atrás'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoras
Demores
Tardas
Tardes
Te quedas atrás
jij/je blijft achtertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'achterblijven'
jij/je blijft natweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nablijven'
te"te quedes con":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quedarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Conservas
Conserves
Guardas
Guardes
Te quedas con
jij/je behoudttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behouden'
te"te quedes quieto":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quedarse quieto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quedes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quedar'
  quieto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quieto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quedas quieto
jij/je blijft rustigtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rustig blijven'
te"te quejabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejaras
Te quejases
Te quejaste
1.jij/je beklaagde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
jij/je bekloeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentabas
Te lamentaras
Te lamentases
Te lamentaste
Te quejaras
Te quejases
Te quejaste
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'
jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejaras
Te quejases
Te quejaste
3.jij/je deed jouw beklagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
te"te quejabas constantemente":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejaras constantemente
Te quejases constantemente
Te quejaste constantemente
jij/je zeurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejabas de":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejaras de
Te quejases de
Te quejaste de
jij/je beklaagde je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je bekloeg je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je klaagde overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
jij/je kloeg overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas
Te quejases
Te quejaste
1.jij/je beklaagde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
jij/je bekloeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentabas
Te lamentaras
Te lamentases
Te lamentaste
Te quejabas
Te quejases
Te quejaste
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'
jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas
Te quejases
Te quejaste
3.jij/je deed jouw beklagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
te"te quejarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejares
1.jij/je zal je beklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemirás
Gimieres
Te dolerás
Te dolieres
Te lamentarás
Te lamentares
Te quejares
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je zal klagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejares
3.jij/je zal aanklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
jij/je zal jouw beklag doentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
te"te quejaras constantemente":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas constantemente
Te quejases constantemente
Te quejaste constantemente
jij/je zeurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejarás constantemente":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejares constantemente
jij/je zal zeurentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejaras de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas de
Te quejases de
Te quejaste de
jij/je beklaagde je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je bekloeg je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je klaagde overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
jij/je kloeg overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejarás de":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejares de
jij/je zal je beklagen overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je zal klagen overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejarás
1.jij/je zal je beklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemirás
Gimieres
Te dolerás
Te dolieres
Te lamentarás
Te lamentares
Te quejarás
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je zal klagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejarás
3.jij/je zal aanklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
jij/je zal jouw beklag doentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
te"te quejares constantemente":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejarás constantemente
jij/je zal zeurentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejares de":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejarás de
jij/je zal je beklagen overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je zal klagen overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
1.jij/je zou je beklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemirías
Te dolerías
Te lamentarías
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je zou klagentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
3.jij/je zou aanklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
jij/je zou jouw beklag doentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
te"te quejarías constantemente":
segunda persona singular condicional del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
jij/je zou zeurentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejarías de":
segunda persona singular condicional del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
jij/je zou je beklagen overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je zou klagen overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'queja'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejes
1.jij/je beklaagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gimas
Gimes
Te duelas
Te dueles
Te lamentas
Te lamentes
Te quejes
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je klaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejes
3.jij/je doet jouw beklagtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
jij/je klaagt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
te"te quejas constantemente":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'queja'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejes constantemente
jij/je zeurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejas de":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'queja'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejes de
jij/je beklaagt je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je klaagt overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas
Te quejaras
Te quejaste
1.jij/je beklaagde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
jij/je bekloeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentabas
Te lamentaras
Te lamentases
Te lamentaste
Te quejabas
Te quejaras
Te quejaste
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'
jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas
Te quejaras
Te quejaste
3.jij/je deed jouw beklagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
te"te quejases constantemente":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas constantemente
Te quejaras constantemente
Te quejaste constantemente
jij/je zeurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejases de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas de
Te quejaras de
Te quejaste de
jij/je beklaagde je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je bekloeg je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je klaagde overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
jij/je kloeg overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas
Te quejaras
Te quejases
1.jij/je beklaagde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
jij/je bekloeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentabas
Te lamentaras
Te lamentases
Te lamentaste
Te quejabas
Te quejaras
Te quejases
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'
jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas
Te quejaras
Te quejases
3.jij/je deed jouw beklagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
te"te quejaste constantemente":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas constantemente
Te quejaras constantemente
Te quejases constantemente
jij/je zeurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejaste de":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejabas de
Te quejaras de
Te quejases de
jij/je beklaagde je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je bekloeg je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je klaagde overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
jij/je kloeg overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quejes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quejarse'
(verbo). Protestar, manifestar el resentimiento que se tiene hacia otra persona.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejas
1.jij/je beklaagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen'
  _"te quejes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quejarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gimas
Gimes
Te duelas
Te dueles
Te lamentas
Te lamentes
Te quejas
2Dolerse
Gemido
Gemir
Lamentarse
.
jij/je klaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'
  _"te quejes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quejarse'
(verbo). Querellarse, reclamar ante el juez.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejas
3.jij/je doet jouw beklagtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn beklag doen'
jij/je klaagt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
te"te quejes constantemente":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quejarse constantemente'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  constantemente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'constantemente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejas constantemente
jij/je zeurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zeuren'
te"te quejes de":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quejarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quejes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quejas de
jij/je beklaagt je overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beklagen over'
jij/je klaagt overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen over'
te"te quemabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemaras
Te quemases
Te quemaste
1Quema
Quemazón
.
jij/je brandde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je branddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je brandde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemabas con":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemaras con
Te quemases con
Te quemaste con
jij/je brandde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemabas
Te quemases
Te quemaste
1Quema
Quemazón
.
jij/je brandde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je branddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je brandde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemares
1Quema
Quemazón
.
jij/je zal aanbrandentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je zal brandentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je zal je brandentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemaras con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemabas con
Te quemases con
Te quemaste con
jij/je brandde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemarás con":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemares con
jij/je zal je branden aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemarás
1Quema
Quemazón
.
jij/je zal aanbrandentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je zal brandentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je zal je brandentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemares con":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemarás con
jij/je zal je branden aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
1Quema
Quemazón
.
jij/je zou aanbrandentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je zou brandentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je zou je brandentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemarías con":
segunda persona singular condicional del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
jij/je zou je branden aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quema'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemes
1Quema
Quemazón
.
jij/je brandt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je brandttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je brandt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemas con":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quema'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemes con
jij/je brandt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemabas
Te quemaras
Te quemaste
1Quema
Quemazón
.
jij/je brandde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je branddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je brandde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemases con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemabas con
Te quemaras con
Te quemaste con
jij/je brandde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemabas
Te quemaras
Te quemases
1Quema
Quemazón
.
jij/je brandde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je branddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je brandde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemaste con":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemabas con
Te quemaras con
Te quemases con
jij/je brandde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quemes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quemarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemas
1Quema
Quemazón
.
jij/je brandt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanbranden'
2Arder
Combustión
Encender
Quema
Quemar
Quemazón
.
jij/je brandttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'branden'
3.jij/je brandt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden'
te"te quemes con":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quemarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quemes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quemar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quemas con
jij/je brandt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich branden aan'
te"te quitabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quitaras
Te quitases
Te quitaste
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je legde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je trok uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quitaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quitabas
Te quitases
Te quitaste
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je legde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je trok uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quitarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quitares
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je zal afleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je zal uittrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quitares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quitarás
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je zal afleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je zal uittrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quitarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je zou afleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je zou uittrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quitas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quites
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je legt aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je trekt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quitases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quitabas
Te quitaras
Te quitaste
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je legde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je trok uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quitaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quitaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quitabas
Te quitaras
Te quitases
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je legde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je trok uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'
te"te quites":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'quitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  quites
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'quitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te quitas
1Derivación
Quitar
Quite
Saca
Sacadura
Sacar
Saque
.
jij/je legt aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
2.jij/je trekt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uittrekken'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o pq r s t u v z

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_QUVolgende/ Siguiente -->

boven