Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Unos 200.000 niños mueren asesinados en conflictos armados cada año

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i o u

6e c e r

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_DU Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

te"te duchabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duchabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ducharas
Te duchases
Te duchaste 1. jij/je douchte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je nam een douchetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je douchtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te ducharas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ducharas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te duchabas
Te duchases
Te duchaste 1. jij/je douchte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je nam een douchetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je douchtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te ducharás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ducharás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te duchares 1. jij/je zal je douchentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je zal een douche nementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je zal douchentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te duchares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duchares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ducharás 1. jij/je zal je douchentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je zal een douche nementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je zal douchentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te ducharías":
segunda persona singular condicional del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ducharías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
1. jij/je zou je douchentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je zou een douche nementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je zou douchentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te duchas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duchas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ducha'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te duches 1. jij/je doucht jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je neemt een douchetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je douchttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te duchases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duchases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te duchabas
Te ducharas
Te duchaste 1. jij/je douchte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je nam een douchetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je douchtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te duchaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duchaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te duchabas
Te ducharas
Te duchases 1. jij/je douchte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je nam een douchetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je douchtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te duches":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duches
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te duchas 1. jij/je doucht jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

jij/je neemt een douchetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. jij/je douchttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

te"te duelas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'dolerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duelas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'doler'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gimas
Gimes
Te dueles
Te lamentas
Te lamentes
Te quejas
Te quejes jij/je klaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

te"te dueles":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'dolerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
dueles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'doler'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gimas
Gimes
Te duelas
Te lamentas
Te lamentes
Te quejas
Te quejes jij/je klaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

te"te duermas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duermas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormeces
Adormezcas
Te duermes jij/je gaat onder zeiltweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

jij/je slaapt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

jij/je valt in slaaptweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

te"te duermes":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
duermes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormeces
Adormezcas
Te duermas jij/je gaat onder zeiltweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

jij/je slaapt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

jij/je valt in slaaptweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

te"te durmieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
durmieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecías
Adormecieras
Adormecieses
Adormeciste
Te dormías
Te dormiste
Te durmieses jij/je ging onder zeiltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

jij/je sliep intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

jij/je viel in slaaptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

te"te durmieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
durmieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecerás
Adormecieres
Te dormirás jij/je zal in slaap vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

jij/je zal inslapentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

jij/je zal onder zeil gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

te"te durmieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
durmieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecías
Adormecieras
Adormecieses
Adormeciste
Te dormías
Te dormiste
Te durmieras jij/je ging onder zeiltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

jij/je sliep intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

jij/je viel in slaaptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i o u

6e c e r

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_DU Volgende/ Siguiente -->