Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Psicofonía es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g hi j l m n o p q r s t u v z

5e blmn r

6ec d f m qs t uvy

7e e l o r

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_INCVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te incendiabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendiabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendiaras
Te incendiases
Te incendiaste
jij/je stond in brandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendiaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendiaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendiabas
Te incendiases
Te incendiaste
jij/je stond in brandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendiarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendiarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendiares
jij/je zal in brand staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendiares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendiares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendiarás
jij/je zal in brand staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendiarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendiarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
jij/je zou in brand staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendias":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendias
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendies
jij/je staat in brandtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendiases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendiases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendiabas
Te incendiaras
Te incendiaste
jij/je stond in brandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendiaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendiaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendiabas
Te incendiaras
Te incendiases
jij/je stond in brandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te incendies":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'incendiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incendies
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incendiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incendias
jij/je staat in brandtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in brand staan'
te"te inclinabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclinaras
Te inclinases
Te inclinaste
jij/je boogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je maakte een buigingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je neegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclinaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclinabas
Te inclinases
Te inclinaste
jij/je boogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je maakte een buigingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je neegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclinarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclinares
jij/je zal buigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je zal een buiging makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je zal nijgentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclinares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclinarás
jij/je zal buigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je zal een buiging makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je zal nijgentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclinarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
jij/je zou buigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je zou een buiging makentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je zou nijgentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclinas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclines
jij/je buigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je maakt een buigingtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je nijgttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclinases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclinabas
Te inclinaras
Te inclinaste
jij/je boogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je maakte een buigingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je neegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclinaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclinaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclinabas
Te inclinaras
Te inclinases
jij/je boogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je maakte een buigingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je neegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te inclines":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'inclinarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  inclines
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'inclinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te inclinas
jij/je buigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'buigen'
jij/je maakt een buigingtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een buiging maken'
jij/je nijgttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'nijgen'
te"te incorporabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afiliabas
Te afiliaras
Te afiliases
Te afiliaste
Te añadías
Te añadieras
Te añadieses
Te añadiste
Te incorporaras
Te incorporases
Te incorporaste
Te reunías
Te reunieras
Te reunieses
Te reuniste
Te sumabas
Te sumaras
Te sumases
Te sumaste
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je sloot je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je trad in diensttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorporaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afiliabas
Te afiliaras
Te afiliases
Te afiliaste
Te añadías
Te añadieras
Te añadieses
Te añadiste
Te incorporabas
Te incorporases
Te incorporaste
Te reunías
Te reunieras
Te reunieses
Te reuniste
Te sumabas
Te sumaras
Te sumases
Te sumaste
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je sloot je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je trad in diensttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorporarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afiliarás
Te afiliares
Te añadieres
Te añadirás
Te incorporares
Te reunieres
Te reunirás
Te sumarás
Te sumares
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je zal je aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je zal in dienst tredentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorporares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afiliarás
Te afiliares
Te añadieres
Te añadirás
Te incorporarás
Te reunieres
Te reunirás
Te sumarás
Te sumares
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je zal je aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je zal in dienst tredentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorporarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afiliarías
Te añadirías
Te reunirías
Te sumarías
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je zou je aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je zou in dienst tredentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorporas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afilias
Te afilies
Te añadas
Te añades
Te incorpores
Te reúnas
Te reúnes
Te sumas
Te sumes
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je sluit je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je treedt in diensttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorporases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afiliabas
Te afiliaras
Te afiliases
Te afiliaste
Te añadías
Te añadieras
Te añadieses
Te añadiste
Te incorporabas
Te incorporaras
Te incorporaste
Te reunías
Te reunieras
Te reunieses
Te reuniste
Te sumabas
Te sumaras
Te sumases
Te sumaste
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je sloot je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je trad in diensttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorporaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorporaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afiliabas
Te afiliaras
Te afiliases
Te afiliaste
Te añadías
Te añadieras
Te añadieses
Te añadiste
Te incorporabas
Te incorporaras
Te incorporases
Te reunías
Te reunieras
Te reunieses
Te reuniste
Te sumabas
Te sumaras
Te sumases
Te sumaste
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je sloot je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je trad in diensttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incorpores":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'incorporarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incorpores
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incorporar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te afilias
Te afilies
Te añadas
Te añades
Te incorporas
Te reúnas
Te reúnes
Te sumas
Te sumes
1Afiliarse
Añadirse
Reunirse
Sumarse
.
jij/je sluit je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aansluiten'
2.jij/je treedt in diensttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in dienst treden'
te"te incrustabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustaras
Te incrustases
Te incrustaste
jij/je ging door roest vast zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je roesttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustabas
Te incrustases
Te incrustaste
jij/je ging door roest vast zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je roesttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustares
jij/je zal door roest vast gaan zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je zal roestentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustarás
jij/je zal door roest vast gaan zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je zal roestentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
jij/je zou door roest vast gaan zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je zou roestentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustes
jij/je gaat door roest vast zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je roesttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustabas
Te incrustaras
Te incrustaste
jij/je ging door roest vast zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je roesttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustabas
Te incrustaras
Te incrustases
jij/je ging door roest vast zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je roesttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'roesten'
te"te incrustes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'incrustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  incrustes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incrustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te incrustas
jij/je gaat door roest vast zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door roest vast gaan zitten'
jij/je roesttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'roesten'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g hi j l m n o p q r s t u v z

5e blmn r

6ec d f m qs t uvy

7e e l o r

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_INCVolgende/ Siguiente -->

boven