Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i o r u

6e n p r s

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_PO Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

te"te pondrás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ponerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pusieres 1Puesta. jij/je zal wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'

2Darse tono
Ser presuntuoso. jij/je zal je aanstellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanstellen'

3Puesta. jij/je zal aandoentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandoen'

jij/je zal opdoentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opdoen'

4Colocarse
Puesta. jij/je zal aantrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aantrekken'

5Puesta. jij/je zal insmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'insmeren'

6Puesta. jij/je zal smerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smeren'

7Vestirse. jij/je zal je aankledentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aankleden'

te"te pondrás en pie":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ponerse en pie'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
pie
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pie'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te levantarás
Te levantares
Te pusieres en pie jij/je zal gaan staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan staan'

jij/je zal opstaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan'

te"te pondrás rojo":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ponerse rojo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pusieres rojo jij/je zal blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen'

jij/je zal kleurentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kleuren'

jij/je zal rood wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rood worden'

te"te pondrás rojo por":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ponerse rojo por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pusieres rojo por jij/je zal blozen vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen van'

te"te pondrías":
segunda persona singular condicional del verbo 'ponerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
1Puesta. jij/je zou wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'

2Darse tono
Ser presuntuoso. jij/je zou je aanstellentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanstellen'

3Puesta. jij/je zou aandoentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandoen'

jij/je zou opdoentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opdoen'

4Colocarse
Puesta. jij/je zou aantrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aantrekken'

5Puesta. jij/je zou insmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'insmeren'

6Puesta. jij/je zou smerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smeren'

7Vestirse. jij/je zou je aankledentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aankleden'

te"te pondrías en pie":
segunda persona singular condicional del verbo 'ponerse en pie'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
pie
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pie'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te levantarías jij/je zou gaan staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan staan'

jij/je zou opstaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan'

te"te pondrías rojo":
segunda persona singular condicional del verbo 'ponerse rojo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
jij/je zou blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen'

jij/je zou kleurentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kleuren'

jij/je zou rood wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rood worden'

te"te pondrías rojo por":
segunda persona singular condicional del verbo 'ponerse rojo por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pondrías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
jij/je zou blozen vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen van'

te"te pones":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ponerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pones
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pongas 1Puesta. jij/je wordttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'

2Darse tono
Ser presuntuoso. jij/je stelt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanstellen'

3Puesta. jij/je doet aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandoen'

jij/je doet optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opdoen'

4Colocarse
Puesta. jij/je trekt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aantrekken'

5Puesta. jij/je smeert intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'insmeren'

6Puesta. jij/je smeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smeren'

7Vestirse. jij/je kleedt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aankleden'

te"te pones en pie":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ponerse en pie'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pones
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
pie
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pie'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te levantas
Te levantes
Te pongas en pie jij/je gaat staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan staan'

jij/je staat optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan'

te"te pones rojo":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ponerse rojo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pones
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pongas rojo jij/je bloosttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen'

jij/je kleurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kleuren'

jij/je wordt roodtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rood worden'

te"te pones rojo por":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ponerse rojo por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pones
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pongas rojo por jij/je bloost vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen van'

te"te pongas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ponerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pongas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pones 1Puesta. jij/je wordttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'

2Darse tono
Ser presuntuoso. jij/je stelt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aanstellen'

3Puesta. jij/je doet aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aandoen'

jij/je doet optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opdoen'

4Colocarse
Puesta. jij/je trekt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aantrekken'

5Puesta. jij/je smeert intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'insmeren'

6Puesta. jij/je smeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'smeren'

7Vestirse. jij/je kleedt je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aankleden'

te"te pongas en pie":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ponerse en pie'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pongas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
pie
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pie'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te levantas
Te levantes
Te pones en pie jij/je gaat staantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gaan staan'

jij/je staat optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opstaan'

te"te pongas rojo":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ponerse rojo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pongas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pones rojo jij/je bloosttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blozen'

jij/je kleurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kleuren'

jij/je wordt roodtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rood worden'

te"te pongas rojo por":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ponerse rojo por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
pongas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pones rojo por jij/je bloost vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blozen van'

te"te ponías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ponerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ponías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pusieras
Te pusieses
Te pusiste 1Puesta. jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'

2Darse tono
Ser presuntuoso. jij/je stelde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aanstellen'

3Puesta. jij/je deed aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandoen'

jij/je deed optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opdoen'

4Colocarse
Puesta. jij/je trok aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aantrekken'

5Puesta. jij/je smeerde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'insmeren'

6Puesta. jij/je smeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smeren'

7Vestirse. jij/je kleedde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aankleden'

te"te ponías en pie":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ponerse en pie'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ponías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
pie
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pie'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te levantabas
Te levantaras
Te levantases
Te levantaste
Te pusieras en pie
Te pusieses en pie
Te pusiste en pie jij/je ging staantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan staan'

jij/je stond optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan'

te"te ponías rojo":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ponerse rojo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ponías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pusieras rojo
Te pusieses rojo
Te pusiste rojo jij/je bloosdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen'

jij/je kleurdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kleuren'

jij/je werd roodtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'rood worden'

te"te ponías rojo por":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ponerse rojo por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ponías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'poner'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te pusieras rojo por
Te pusieses rojo por
Te pusiste rojo por jij/je bloosde vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blozen van'

te"te popularices":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularices
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularizas jij/je wordt populairtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularizaras
Te popularizases
Te popularizaste jij/je werd populairtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularizabas
Te popularizases
Te popularizaste jij/je werd populairtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularizares jij/je zal populair wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularizarás jij/je zal populair wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
jij/je zou populair wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularices jij/je wordt populairtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularizabas
Te popularizaras
Te popularizaste jij/je werd populairtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te popularizaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'popularizarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
popularizaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'popularizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te popularizabas
Te popularizaras
Te popularizases jij/je werd populairtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'populair worden'

te"te portabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferenciabas
Te diferenciaras
Te diferenciases
Te diferenciaste
Te distinguías
Te distinguieras
Te distinguieses
Te distinguiste
Te lucías
Te lucieras
Te lucieses
Te luciste
Te portaras
Te portases
Te portaste 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je onderscheidde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je trad behoorlijk optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portabas mal":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portaras mal
Te portases mal
Te portaste mal jij/je misdroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferenciabas
Te diferenciaras
Te diferenciases
Te diferenciaste
Te distinguías
Te distinguieras
Te distinguieses
Te distinguiste
Te lucías
Te lucieras
Te lucieses
Te luciste
Te portabas
Te portases
Te portaste 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je onderscheidde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je trad behoorlijk optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferenciarás
Te diferenciares
Te distinguieres
Te distinguirás
Te lucieres
Te lucirás
Te portares 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je zal je onderscheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je zal je gedragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je zal behoorlijk optredentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portaras mal":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portabas mal
Te portases mal
Te portaste mal jij/je misdroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portarás mal":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portares mal jij/je zal je misdragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferenciarás
Te diferenciares
Te distinguieres
Te distinguirás
Te lucieres
Te lucirás
Te portarás 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je zal je onderscheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je zal je gedragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je zal behoorlijk optredentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portares mal":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portarás mal jij/je zal je misdragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferenciarías
Te distinguirías
Te lucirías 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je zou je onderscheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je zou je gedragentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je zou behoorlijk optredentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portarías mal":
segunda persona singular condicional del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
jij/je zou je misdragentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferencias
Te diferencies
Te distingas
Te distingues
Te luces
Te luzcas
Te portes 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je onderscheidt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je gedraagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je treedt behoorlijk optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portas mal":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portes mal jij/je misdraagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferenciabas
Te diferenciaras
Te diferenciases
Te diferenciaste
Te distinguías
Te distinguieras
Te distinguieses
Te distinguiste
Te lucías
Te lucieras
Te lucieses
Te luciste
Te portabas
Te portaras
Te portaste 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je onderscheidde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je trad behoorlijk optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portases mal":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portabas mal
Te portaras mal
Te portaste mal jij/je misdroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferenciabas
Te diferenciaras
Te diferenciases
Te diferenciaste
Te distinguías
Te distinguieras
Te distinguieses
Te distinguiste
Te lucías
Te lucieras
Te lucieses
Te luciste
Te portabas
Te portaras
Te portases 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je onderscheidde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je trad behoorlijk optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portaste mal":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portabas mal
Te portaras mal
Te portases mal jij/je misdroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te portes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'portarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te diferencias
Te diferencies
Te distingas
Te distingues
Te luces
Te luzcas
Te portas 1Diferenciación
Diferenciarse
Distinción
Distinguirse
Figuración
Figurar
Lucirse
Resplandecer. jij/je onderscheidt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onderscheiden'

2Comportarse
Conducirse
Haberse
Tratarse. jij/je gedraagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'

3. jij/je treedt behoorlijk optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoorlijk optreden'

te"te portes mal":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'portarse mal'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
portes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'portar'
mal
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mal'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te portas mal jij/je misdraagt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich misdragen'

te"te posabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te posaras
Te posases
Te posaste jij/je bezonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te posaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te posabas
Te posases
Te posaste jij/je bezonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te posarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te posares jij/je zal bezinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te posares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te posarás jij/je zal bezinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te posarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
jij/je zou bezinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te posas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te poses jij/je bezinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te posases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te posabas
Te posaras
Te posaste jij/je bezonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te posaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
posaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te posabas
Te posaras
Te posases jij/je bezonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

te"te poses":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'posarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
poses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'posar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te posas jij/je bezinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezinken'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i o r u

6e n p r s

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_PO Volgende/ Siguiente -->