Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q rs t u v z

5e ae i o u

6e c g m n p q r

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_SEVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te secabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te secaras
Te secases
Te secaste
jij/je droogde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te secaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te secabas
Te secases
Te secaste
jij/je droogde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te secarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te secares
jij/je zal je afdrogentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te secares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te secarás
jij/je zal je afdrogentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te secarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
jij/je zou je afdrogentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te secas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te seques
jij/je droogt je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te secases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te secabas
Te secaras
Te secaste
jij/je droogde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te secaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  secaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te secabas
Te secaras
Te secases
jij/je droogde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te seguías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'seguirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  seguías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'seguir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Resultabas
Resultaras
Resultases
Resultaste
Te seguiste
Te siguieras
Te siguieses
jij/je kwam uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkomen'
jij/je kwam voorttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortkomen'
jij/je resulteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resulteren'
jij/je sproot voorttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortspruiten'
jij/je vloeide voorttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortvloeien'
jij/je volgdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'volgen'
te"te seguirás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'seguirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  seguirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'seguir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Resultarás
Resultares
Te siguieres
jij/je zal resulterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resulteren'
jij/je zal uitkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkomen'
jij/je zal volgentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'volgen'
jij/je zal voortkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortkomen'
jij/je zal voortspruitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortspruiten'
jij/je zal voortvloeientweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortvloeien'
te"te seguirías":
segunda persona singular condicional del verbo 'seguirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  seguirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'seguir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Resultarías
jij/je zou resulterentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resulteren'
jij/je zou uitkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkomen'
jij/je zou volgentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'volgen'
jij/je zou voortkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortkomen'
jij/je zou voortspruitentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortspruiten'
jij/je zou voortvloeientweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortvloeien'
te"te seguiste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'seguirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  seguiste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'seguir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Resultabas
Resultaras
Resultases
Resultaste
Te seguías
Te siguieras
Te siguieses
jij/je kwam uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkomen'
jij/je kwam voorttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortkomen'
jij/je resulteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resulteren'
jij/je sproot voorttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortspruiten'
jij/je vloeide voorttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortvloeien'
jij/je volgdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'volgen'
te"te semejabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejaras
Semejases
Semejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejaras
Te semejases
Te semejaste
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejabas a":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejaras a
Te semejases a
Te semejaste a
jij/je geleek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejaras
Semejases
Semejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas
Te semejases
Te semejaste
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Parecerás
Parecieres
Semejarás
Semejares
Te parecerás
Te parecieres
Te semejares
jij/je zal gelijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je zal lijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejaras a":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas a
Te semejases a
Te semejaste a
jij/je geleek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejarás a":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarás
Asemejares
Semejarás a
Semejares a
Te asemejarás
Te asemejares
Te parecerás
Te parecieres
Te semejares a
jij/je zal gelijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je zal lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Parecerás
Parecieres
Semejarás
Semejares
Te parecerás
Te parecieres
Te semejarás
jij/je zal gelijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je zal lijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejares a":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarás
Asemejares
Semejarás a
Semejares a
Te asemejarás
Te asemejares
Te parecerás
Te parecieres
Te semejarás a
jij/je zal gelijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je zal lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Parecerías
Semejarías
Te parecerías
jij/je zou gelijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je zou lijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejarías a":
segunda persona singular condicional del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarías
Semejarías a
Te asemejarías
Te parecerías
jij/je zou gelijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je zou lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pareces
Parezcas
Semejas
Semejes
Te pareces
Te parezcas
Te semejes
jij/je gelijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je lijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejas a":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejas
Asemejes
Semejas a
Semejes a
Te asemejas
Te asemejes
Te pareces
Te parezcas
Te semejes a
jij/je gelijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je lijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejaras
Semejases
Semejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas
Te semejaras
Te semejaste
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejases a":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas a
Te semejaras a
Te semejaste a
jij/je geleek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Parecías
Parecieras
Parecieses
Pareciste
Semejabas
Semejaras
Semejases
Semejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas
Te semejaras
Te semejases
jij/je geleektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je leektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejaste a":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas a
Te semejaras a
Te semejases a
jij/je geleek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te semejes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'semejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pareces
Parezcas
Semejas
Semejes
Te pareces
Te parezcas
Te semejas
jij/je gelijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken'
jij/je lijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken'
te"te semejes a":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'semejarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  semejes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'semejar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejas
Asemejes
Semejas a
Semejes a
Te asemejas
Te asemejes
Te pareces
Te parezcas
Te semejas a
jij/je gelijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gelijken op'
jij/je lijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'
te"te sentabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'sentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentaras
Te sentases
Te sentaste
1.jij/je zettetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zetten'
2.jij/je ging zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan zitten'
jij/je nam plaatstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'plaatsnemen'
jij/je zette jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zetten'
te"te sentaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'sentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentabas
Te sentases
Te sentaste
1.jij/je zettetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zetten'
2.jij/je ging zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gaan zitten'
jij/je nam plaatstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plaatsnemen'
jij/je zette jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zetten'
te"te sentarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'sentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentares
1.jij/je zal zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zetten'
2.jij/je zal gaan zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan zitten'
jij/je zal plaatsnementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plaatsnemen'
jij/je zal je zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zetten'
te"te sentares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'sentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentarás
1.jij/je zal zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zetten'
2.jij/je zal gaan zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gaan zitten'
jij/je zal plaatsnementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plaatsnemen'
jij/je zal je zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zetten'
te"te sentarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'sentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentar'
1.jij/je zou zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zetten'
2.jij/je zou gaan zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan zitten'
jij/je zou plaatsnementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plaatsnemen'
jij/je zou je zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zetten'
te"te sentases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'sentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentabas
Te sentaras
Te sentaste
1.jij/je zettetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zetten'
2.jij/je ging zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gaan zitten'
jij/je nam plaatstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plaatsnemen'
jij/je zette jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zetten'
te"te sentaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'sentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentabas
Te sentaras
Te sentases
1.jij/je zettetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zetten'
2.jij/je ging zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan zitten'
jij/je nam plaatstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'plaatsnemen'
jij/je zette jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zetten'
te"te sentías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'sentirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentiste
Te sintieras
Te sintieses
jij/je voelde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voelen'
te"te sentirás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'sentirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sintieres
jij/je zal je voelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voelen'
te"te sentirías":
segunda persona singular condicional del verbo 'sentirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentir'
jij/je zou je voelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voelen'
te"te sentiste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'sentirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  sentiste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sentir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sentías
Te sintieras
Te sintieses
jij/je voelde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voelen'
te"te separabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separaras
Te separases
Te separaste
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separabas
Te separases
Te separaste
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separares
jij/je zal scheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separarás
jij/je zal scheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
jij/je zou scheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separes
jij/je scheidttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separabas
Te separaras
Te separaste
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separabas
Te separaras
Te separases
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te separes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'separarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  separes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'separar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te separas
jij/je scheidttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
te"te seques":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'secarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  seques
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'secar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te secas
jij/je droogt je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afdrogen'
te"te serenabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacabas
Te aplacaras
Te aplacases
Te aplacaste
Te serenaras
Te serenases
Te serenaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacabas
Te aplacaras
Te aplacases
Te aplacaste
Te serenabas
Te serenases
Te serenaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacarás
Te aplacares
Te serenares
jij/je zal bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacarás
Te aplacares
Te serenarás
jij/je zal bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacarías
jij/je zou bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacas
Te aplaques
Te serenes
jij/je bedaarttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacabas
Te aplacaras
Te aplacases
Te aplacaste
Te serenabas
Te serenaras
Te serenaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacabas
Te aplacaras
Te aplacases
Te aplacaste
Te serenabas
Te serenaras
Te serenases
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te serenes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'serenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serenes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'serenar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aplacas
Te aplaques
Te serenas
jij/je bedaarttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
te"te servías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'servirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  servías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te serviste
Te sirvieras
Te sirvieses
Tenías a bien
Tuvieras a bien
Tuvieses a bien
Tuviste a bien
1Tener a bien.jij/je geliefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelieven'
jij/je was zo goed om tetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zo goed zijn om te'
2.jij/je bediende jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen'
jij/je schonk zichzelf intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zichzelf inschenken'
jij/je tastte toetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toetasten'
3Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse de
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je gebruiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
te"te servías de":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'servirse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  servías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te serviste de
Te sirvieras de
Te sirvieses de
Te valías de
Te valieras de
Te valieses de
Te valiste de
1Valerse de.jij/je bediende je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen van'
2Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je gebruiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
jij/je wendde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanwenden'
te"te servirás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'servirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  servirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sirvieres
Tendrás a bien
Tuvieres a bien
1Tener a bien.jij/je zal gelieventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelieven'
jij/je zal zo goed zijn om tetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zo goed zijn om te'
2.jij/je zal je bedienentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen'
jij/je zal toetastentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toetasten'
jij/je zal zichzelf inschenkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zichzelf inschenken'
3Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse de
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je zal gebruikentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
te"te servirás de":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'servirse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  servirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sirvieres de
Te valdrás de
Te valieres de
1Valerse de.jij/je zal je bedienen vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen van'
2Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je zal aanwendentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanwenden'
jij/je zal gebruikentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
te"te servirías":
segunda persona singular condicional del verbo 'servirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  servirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tendrías a bien
1Tener a bien.jij/je zou gelieventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelieven'
jij/je zou zo goed zijn om tetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zo goed zijn om te'
2.jij/je zou je bedienentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen'
jij/je zou toetastentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toetasten'
jij/je zou zichzelf inschenkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zichzelf inschenken'
3Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse de
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je zou gebruikentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
te"te servirías de":
segunda persona singular condicional del verbo 'servirse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  servirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te valdrías de
1Valerse de.jij/je zou je bedienen vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen van'
2Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je zou aanwendentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanwenden'
jij/je zou gebruikentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
te"te serviste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'servirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serviste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te servías
Te sirvieras
Te sirvieses
Tenías a bien
Tuvieras a bien
Tuvieses a bien
Tuviste a bien
1Tener a bien.jij/je geliefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gelieven'
jij/je was zo goed om tetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zo goed zijn om te'
2.jij/je bediende jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen'
jij/je schonk zichzelf intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zichzelf inschenken'
jij/je tastte toetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toetasten'
3Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse de
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je gebruiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
te"te serviste de":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'servirse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  serviste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'servir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te servías de
Te sirvieras de
Te sirvieses de
Te valías de
Te valieras de
Te valieses de
Te valiste de
1Valerse de.jij/je bediende je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bedienen van'
2Cometer
Comisión
Emplear
Empleo
Hacer uso de
Servirse
Usar
Uso
Utilizar
.
jij/je gebruiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gebruiken'
jij/je wendde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanwenden'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q rs t u v z

5e ae i o u

6e c g m n p q r

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_SEVolgende/ Siguiente -->

boven