Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, ideal para senderistas

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i ou

6e b m n

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_HUVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te hubieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hubieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportabas
Te comportaras
Te comportases
Te comportaste
Te conducías
Te condujeras
Te condujeses
Te condujiste
Te habías
Te hubieses
Te hubiste
Te portabas
Te portaras
Te portases
Te portaste
Te tratabas
Te trataras
Te tratases
Te trataste
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je kreeg het met iemand aan de stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je mat je met iemandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te hubieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hubieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportarás
Te comportares
Te conducirás
Te condujeres
Te habrás
Te portarás
Te portares
Te tratarás
Te tratares
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je zal je gedragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je zal het met iemand aan de stok krijgentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je zal je met iemand metentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te hubieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hubieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportabas
Te comportaras
Te comportases
Te comportaste
Te conducías
Te condujeras
Te condujeses
Te condujiste
Te habías
Te hubieras
Te hubiste
Te portabas
Te portaras
Te portases
Te portaste
Te tratabas
Te trataras
Te tratases
Te trataste
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je kreeg het met iemand aan de stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je mat je met iemandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te hubiste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hubiste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te comportabas
Te comportaras
Te comportases
Te comportaste
Te conducías
Te condujeras
Te condujeses
Te condujiste
Te habías
Te hubieras
Te hubieses
Te portabas
Te portaras
Te portases
Te portaste
Te tratabas
Te trataras
Te tratases
Te trataste
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
jij/je gedroeg jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.jij/je kreeg het met iemand aan de stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.jij/je mat je met iemandtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
te"te humedecerás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedecerás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedecieres
jij/je zal vochtig wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedecerías":
segunda persona singular condicional del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedecerías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
jij/je zou vochtig wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedeces":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedeces
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedezcas
jij/je wordt vochtigtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedecías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedecías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedecieras
Te humedecieses
Te humedeciste
jij/je werd vochtigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedecieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedecieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedecías
Te humedecieses
Te humedeciste
jij/je werd vochtigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedecieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedecieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedecerás
jij/je zal vochtig wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedecieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedecieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedecías
Te humedecieras
Te humedeciste
jij/je werd vochtigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedeciste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedeciste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedecías
Te humedecieras
Te humedecieses
jij/je werd vochtigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humedezcas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humedezcas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humedeces
jij/je wordt vochtigtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
te"te humillabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encogías
Te encogieras
Te encogieses
Te encogiste
Te humillaras
Te humillases
Te humillaste
jij/je verootmoedigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillabas ante":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humillaras ante
Te humillases ante
Te humillaste ante
jij/je verootmoedigde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humillaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encogías
Te encogieras
Te encogieses
Te encogiste
Te humillabas
Te humillases
Te humillaste
jij/je verootmoedigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encogerás
Te encogieres
Te humillares
jij/je zal je verootmoedigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillaras ante":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humillabas ante
Te humillases ante
Te humillaste ante
jij/je verootmoedigde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humillarás ante":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humillares ante
jij/je zal je verootmoedigen voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humillares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encogerás
Te encogieres
Te humillarás
jij/je zal je verootmoedigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillares ante":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humillarás ante
jij/je zal je verootmoedigen voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humillarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encogerías
jij/je zou je verootmoedigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillarías ante":
segunda persona singular condicional del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
jij/je zou je verootmoedigen voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humillas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encoges
Te encojas
Te humilles
jij/je verootmoedigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillas ante":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humilles ante
jij/je verootmoedigt je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humillases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encogías
Te encogieras
Te encogieses
Te encogiste
Te humillabas
Te humillaras
Te humillaste
jij/je verootmoedigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillases ante":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humillabas ante
Te humillaras ante
Te humillaste ante
jij/je verootmoedigde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humillaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encogías
Te encogieras
Te encogieses
Te encogiste
Te humillabas
Te humillaras
Te humillases
jij/je verootmoedigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humillaste ante":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humillaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humillabas ante
Te humillaras ante
Te humillases ante
jij/je verootmoedigde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te humilles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humilles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encoges
Te encojas
Te humillas
jij/je verootmoedigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
te"te humilles ante":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  humilles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te humillas ante
jij/je verootmoedigt je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
te"te hundas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundes
Te sumas
Te sumes
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je verdiept jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je vergaattweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je verzinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zinkt wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je daalt neertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je laat je neertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je bezwijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundes":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundas
Te sumas
Te sumes
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je verdiept jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je vergaattweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je verzinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zinkt wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je daalt neertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je laat je neertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je bezwijkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundieras
Te hundieses
Te hundiste
Te sumías
Te sumieras
Te sumieses
Te sumiste
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je vergingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je verzonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zonk wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je daalde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je liet je neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je bezweektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundías
Te hundieses
Te hundiste
Te sumías
Te sumieras
Te sumieses
Te sumiste
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je vergingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je verzonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zonk wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je daalde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je liet je neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je bezweektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundirás
Te sumieres
Te sumirás
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je zal je verdiepentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je zal vergaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je zal verzinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zal wegzinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zal zinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je zal neerdalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je zal je neerlatentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je zal bezwijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundías
Te hundieras
Te hundiste
Te sumías
Te sumieras
Te sumieses
Te sumiste
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je vergingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je verzonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zonk wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je daalde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je liet je neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je bezweektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundirás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundieres
Te sumieres
Te sumirás
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je zal je verdiepentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je zal vergaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je zal verzinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zal wegzinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zal zinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je zal neerdalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je zal je neerlatentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je zal bezwijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundirías":
segunda persona singular condicional del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te sumirías
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je zou je verdiepentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je zou vergaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je zou verzinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zou wegzinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zou zinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je zou neerdalentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je zou je neerlatentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je zou bezwijkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
te"te hundiste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hundiste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hundías
Te hundieras
Te hundieses
Te sumías
Te sumieras
Te sumieses
Te sumiste
1Hundimiento
Sumirse
.
jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
jij/je vergingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
jij/je verzonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
jij/je zonk wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
jij/je zonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
jij/je daalde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
jij/je liet je neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.jij/je bezweektweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i ou

6e b m n

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_HUVolgende/ Siguiente -->

boven