Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5e a ei o u

6e c e n

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_HIVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te hicieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hicieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hacías
Te hicieses
Te hiciste
jij/je raaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te hicieras espeso":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hicieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hacías espeso
Te hicieses espeso
Te hiciste espeso
jij/je dikte aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je werd dikkertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hicieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hicieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te harás
jij/je zal rakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je zal wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te hicieres espeso":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hicieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te harás espeso
jij/je zal aandikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je zal dikker wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hicieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hicieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hacías
Te hicieras
Te hiciste
jij/je raaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te hicieses espeso":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hicieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hacías espeso
Te hicieras espeso
Te hiciste espeso
jij/je dikte aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je werd dikkertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hiciste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hiciste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hacías
Te hicieras
Te hicieses
jij/je raaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'raken'
jij/je werdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'worden'
te"te hiciste espeso":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hacerse espeso'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hiciste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacer'
  espeso
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espeso'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te hacías espeso
Te hicieras espeso
Te hicieses espeso
jij/je dikte aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aandikken'
jij/je werd dikkertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'dikker worden'
te"te hielas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'helarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hielas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'helar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te congelas
Te congeles
Te hieles
1Congelarse
Hielo
.
jij/je bevriesttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bevriezen'
2Hielo.jij/je vriest dichttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dichtvriezen'
te"te hieles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'helarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hieles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'helar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te congelas
Te congeles
Te hielas
1Congelarse
Hielo
.
jij/je bevriesttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bevriezen'
2Hielo.jij/je vriest dichttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dichtvriezen'
te"te hiendas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'henderse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hiendas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hender'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te cuarteas
Te cuartees
Te hiendes
Te resquebrajas
Te resquebrajes
jij/je barsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'barsten'
jij/je scheurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheuren'
jij/je splijttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te hiendes":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'henderse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hiendes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hender'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te cuarteas
Te cuartees
Te hiendas
Te resquebrajas
Te resquebrajes
jij/je barsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'barsten'
jij/je scheurttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheuren'
jij/je splijttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splijten'
te"te hincabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillabas
Te arrodillaras
Te arrodillases
Te arrodillaste
Te hincaras
Te hincases
Te hincaste
jij/je knielde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
jij/je knieldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'knielen'
te"te hincaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillabas
Te arrodillaras
Te arrodillases
Te arrodillaste
Te hincabas
Te hincases
Te hincaste
jij/je knielde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
jij/je knieldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'knielen'
te"te hincarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillarás
Te arrodillares
Te hincares
jij/je zal knielentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'knielen'
jij/je zal neerknielentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
te"te hincares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillarás
Te arrodillares
Te hincarás
jij/je zal knielentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'knielen'
jij/je zal neerknielentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
te"te hincarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillarías
jij/je zou knielentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'knielen'
jij/je zou neerknielentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
te"te hincas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillas
Te arrodilles
Te hinques
jij/je knielt neertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
jij/je knielttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'knielen'
te"te hincases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillabas
Te arrodillaras
Te arrodillases
Te arrodillaste
Te hincabas
Te hincaras
Te hincaste
jij/je knielde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
jij/je knieldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'knielen'
te"te hincaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillabas
Te arrodillaras
Te arrodillases
Te arrodillaste
Te hincabas
Te hincaras
Te hincases
jij/je knielde neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
jij/je knieldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'knielen'
te"te hinchabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hinchabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultabas
Te abultaras
Te abultases
Te abultaste
Te hincharas
Te hinchases
Te hinchaste
jij/je dijde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je reestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zette optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zwol optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zwoltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hincharas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincharas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultabas
Te abultaras
Te abultases
Te abultaste
Te hinchabas
Te hinchases
Te hinchaste
jij/je dijde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je reestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zette optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zwol optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zwoltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hincharás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincharás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultarás
Te abultares
Te hinchares
jij/je zal opzettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zal opzwellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zal rijzentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zal uitdijentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je zal zwellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hinchares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hinchares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultarás
Te abultares
Te hincharás
jij/je zal opzettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zal opzwellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zal rijzentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zal uitdijentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je zal zwellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hincharías":
segunda persona singular condicional del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hincharías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultarías
jij/je zou opzettentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zou opzwellentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zou rijzentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zou uitdijentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je zou zwellentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hinchas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hinchas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultas
Te abultes
Te hinches
jij/je dijt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je rijsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zet optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zwelt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zwelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hinchases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hinchases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultabas
Te abultaras
Te abultases
Te abultaste
Te hinchabas
Te hincharas
Te hinchaste
jij/je dijde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je reestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zette optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zwol optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zwoltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hinchaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hinchaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultabas
Te abultaras
Te abultases
Te abultaste
Te hinchabas
Te hincharas
Te hinchases
jij/je dijde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je reestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zette optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zwol optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zwoltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hinches":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hincharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hinches
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hinchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abultas
Te abultes
Te hinchas
jij/je dijt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdijen'
jij/je rijsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je zet optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzetten'
jij/je zwelt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzwellen'
jij/je zwelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwellen'
te"te hinques":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hincarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  hinques
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hincar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te arrodillas
Te arrodilles
Te hincas
jij/je knielt neertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerknielen'
jij/je knielttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'knielen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5e a ei o u

6e c e n

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_HIVolgende/ Siguiente -->

boven