Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e b c d f g h ij l m nñ p qr s t uvz

6e a e m o u

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_AD Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

te"te adaptabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas
Contemporizaras
Contemporizases
Contemporizaste
Te acomodabas
Te acomodaras
Te acomodases
Te acomodaste
Te adaptaras
Te adaptases
Te adaptaste
Te ajustabas a
Te ajustaras a
Te ajustases a
Te ajustaste a
Te allanabas
Te allanaras
Te allanases
Te allanaste
Te avenías
Te avinieras
Te avinieses
Te aviniste
Te conformabas
Te conformaras
Te conformases
Te conformaste jij/je schikte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je voegde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptabas a":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas con
Contemporizaras con
Contemporizases con
Contemporizaste con
Te adaptaras a
Te adaptases a
Te adaptaste a
Te avenías a
Te avinieras a
Te avinieses a
Te aviniste a jij/je paste aan aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je schikte je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je voegde je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas
Contemporizaras
Contemporizases
Contemporizaste
Te acomodabas
Te acomodaras
Te acomodases
Te acomodaste
Te adaptabas
Te adaptases
Te adaptaste
Te ajustabas a
Te ajustaras a
Te ajustases a
Te ajustaste a
Te allanabas
Te allanaras
Te allanases
Te allanaste
Te avenías
Te avinieras
Te avinieses
Te aviniste
Te conformabas
Te conformaras
Te conformases
Te conformaste jij/je schikte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je voegde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizarás
Contemporizares
Te acomodarás
Te acomodares
Te adaptares
Te ajustarás a
Te ajustares a
Te allanarás
Te allanares
Te avendrás
Te avinieres
Te conformarás
Te conformares jij/je zal je schikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je zal je voegentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptaras a":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas con
Contemporizaras con
Contemporizases con
Contemporizaste con
Te adaptabas a
Te adaptases a
Te adaptaste a
Te avenías a
Te avinieras a
Te avinieses a
Te aviniste a jij/je paste aan aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je schikte je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je voegde je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptarás a":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizarás con
Contemporizares con
Te adaptares a
Te avendrás a
Te avinieres a jij/je zal aanpassen aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je zal je schikken naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je zal je voegen naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizarás
Contemporizares
Te acomodarás
Te acomodares
Te adaptarás
Te ajustarás a
Te ajustares a
Te allanarás
Te allanares
Te avendrás
Te avinieres
Te conformarás
Te conformares jij/je zal je schikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je zal je voegentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptares a":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizarás con
Contemporizares con
Te adaptarás a
Te avendrás a
Te avinieres a jij/je zal aanpassen aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je zal je schikken naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je zal je voegen naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizarías
Te acomodarías
Te ajustarías a
Te allanarías
Te avendrías
Te conformarías jij/je zou je schikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je zou je voegentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptarías a":
segunda persona singular condicional del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizarías con
Te avendrías a jij/je zou aanpassen aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je zou je schikken naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je zou je voegen naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporices
Contemporizas
Te acomodas
Te acomodes
Te adaptes
Te ajustas a
Te ajustes a
Te allanas
Te allanes
Te avengas
Te avienes
Te conformas
Te conformes jij/je schikt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je voegt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptas a":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporices con
Contemporizas con
Te adaptes a
Te avengas a
Te avienes a jij/je past aan aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je schikt je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je voegt je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas
Contemporizaras
Contemporizases
Contemporizaste
Te acomodabas
Te acomodaras
Te acomodases
Te acomodaste
Te adaptabas
Te adaptaras
Te adaptaste
Te ajustabas a
Te ajustaras a
Te ajustases a
Te ajustaste a
Te allanabas
Te allanaras
Te allanases
Te allanaste
Te avenías
Te avinieras
Te avinieses
Te aviniste
Te conformabas
Te conformaras
Te conformases
Te conformaste jij/je schikte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je voegde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptases a":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas con
Contemporizaras con
Contemporizases con
Contemporizaste con
Te adaptabas a
Te adaptaras a
Te adaptaste a
Te avenías a
Te avinieras a
Te avinieses a
Te aviniste a jij/je paste aan aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je schikte je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je voegde je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas
Contemporizaras
Contemporizases
Contemporizaste
Te acomodabas
Te acomodaras
Te acomodases
Te acomodaste
Te adaptabas
Te adaptaras
Te adaptases
Te ajustabas a
Te ajustaras a
Te ajustases a
Te ajustaste a
Te allanabas
Te allanaras
Te allanases
Te allanaste
Te avenías
Te avinieras
Te avinieses
Te aviniste
Te conformabas
Te conformaras
Te conformases
Te conformaste jij/je schikte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je voegde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptaste a":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporizabas con
Contemporizaras con
Contemporizases con
Contemporizaste con
Te adaptabas a
Te adaptaras a
Te adaptases a
Te avenías a
Te avinieras a
Te avinieses a
Te aviniste a jij/je paste aan aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je schikte je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je voegde je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adaptes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'adaptarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporices
Contemporizas
Te acomodas
Te acomodes
Te adaptas
Te ajustas a
Te ajustes a
Te allanas
Te allanes
Te avengas
Te avienes
Te conformas
Te conformes jij/je schikt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken'

jij/je voegt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen'

te"te adaptes a":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'adaptarse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adaptes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adaptar'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Contemporices con
Contemporizas con
Te adaptas a
Te avengas a
Te avienes a jij/je past aan aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanpassen aan'

jij/je schikt je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich schikken naar'

jij/je voegt je naartweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voegen naar'

te"te adelantabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Fueras delante
Fueses delante
Fuiste delante
Ibas delante
Precedías
Precedieras
Precedieses
Precediste
Te adelantaras
Te adelantases
Te adelantaste 1Ir delante
Preceder. jij/je ging vooraftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

jij/je was voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

2. jij/je stak vooruittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Fueras delante
Fueses delante
Fuiste delante
Ibas delante
Precedías
Precedieras
Precedieses
Precediste
Te adelantabas
Te adelantases
Te adelantaste 1Ir delante
Preceder. jij/je ging vooraftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

jij/je was voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

2. jij/je stak vooruittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Fueres delante
Irás delante
Precederás
Precedieres
Te adelantares 1Ir delante
Preceder. jij/je zal voor zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

jij/je zal voorafgaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

2. jij/je zal vooruit stekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Fueres delante
Irás delante
Precederás
Precedieres
Te adelantarás 1Ir delante
Preceder. jij/je zal voor zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

jij/je zal voorafgaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

2. jij/je zal vooruit stekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Irías delante
Precederías 1Ir delante
Preceder. jij/je zou voor zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

jij/je zou voorafgaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

2. jij/je zou vooruit stekentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Precedas
Precedes
Te adelantes
Vas delante
Vayas delante 1Ir delante
Preceder. jij/je bent voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

jij/je gaat vooraftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

2. jij/je steekt vooruittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Fueras delante
Fueses delante
Fuiste delante
Ibas delante
Precedías
Precedieras
Precedieses
Precediste
Te adelantabas
Te adelantaras
Te adelantaste 1Ir delante
Preceder. jij/je ging vooraftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

jij/je was voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

2. jij/je stak vooruittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Fueras delante
Fueses delante
Fuiste delante
Ibas delante
Precedías
Precedieras
Precedieses
Precediste
Te adelantabas
Te adelantaras
Te adelantases 1Ir delante
Preceder. jij/je ging vooraftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

jij/je was voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

2. jij/je stak vooruittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adelantes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'adelantarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adelantes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adelantar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Precedas
Precedes
Te adelantas
Vas delante
Vayas delante 1Ir delante
Preceder. jij/je bent voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'

jij/je gaat vooraftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'

2. jij/je steekt vooruittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vooruit steken'

te"te adentrabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentrabas   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentraras
Te adentrases
Te adentraste
Te introducías
Te introdujeras
Te introdujeses
Te introdujiste jij/je drong binnentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentraras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentraras   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentrabas
Te adentrases
Te adentraste
Te introducías
Te introdujeras
Te introdujeses
Te introdujiste jij/je drong binnentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentrarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentrarás   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentrares
Te introducirás
Te introdujeres jij/je zal binnendringentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je zal je verdiepentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentrares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentrares   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentrarás
Te introducirás
Te introdujeres jij/je zal binnendringentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je zal je verdiepentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentrarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentrarías   spalabras relacionadas:
---------------------
Te introducirías jij/je zou binnendringentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je zou je verdiepentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentras":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentras   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentres
Te introduces
Te introduzcas jij/je dringt binnentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je verdiept jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentrases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentrases   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentrabas
Te adentraras
Te adentraste
Te introducías
Te introdujeras
Te introdujeses
Te introdujiste jij/je drong binnentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentraste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentraste   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentrabas
Te adentraras
Te adentrases
Te introducías
Te introdujeras
Te introdujeses
Te introdujiste jij/je drong binnentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je verdiepte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te adentres":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'adentrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adentres   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adentras
Te introduces
Te introduzcas jij/je dringt binnentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'binnendringen'

jij/je verdiept jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'

te"te admirabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admirabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admiraras
Te admirases
Te admiraste
Te asombrabas
Te asombraras
Te asombrases
Te asombraste
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admiraras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admiraras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirabas
Te admirases
Te admiraste
Te asombrabas
Te asombraras
Te asombrases
Te asombraste
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admirarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admirarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirares
Te asombrarás
Te asombrares
Te extrañarás
Te extrañares jij/je zal je verbazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je zal je verwonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admirares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admirares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirarás
Te asombrarás
Te asombrares
Te extrañarás
Te extrañares jij/je zal je verbazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je zal je verwonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admirarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admirarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asombrarías
Te extrañarías jij/je zou je verbazentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je zou je verwonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admiras":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admiras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admires
Te asombras
Te asombres
Te extrañas
Te extrañes jij/je verbaast jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwondert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admirases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admirases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirabas
Te admiraras
Te admiraste
Te asombrabas
Te asombraras
Te asombrases
Te asombraste
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admiraste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admiraste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirabas
Te admiraras
Te admirases
Te asombrabas
Te asombraras
Te asombrases
Te asombraste
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te admires":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'admirarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
admires
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'admirar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admiras
Te asombras
Te asombres
Te extrañas
Te extrañes jij/je verbaast jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwondert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te adormecerás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormecerás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormecieres jij/je zal indommelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormecerías":
segunda persona singular condicional del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormecerías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
jij/je zou indommelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormeces":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormeces
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormezcas jij/je dommelt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormecías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormecías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormecieras
Te adormecieses
Te adormeciste jij/je dommelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormecieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormecieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormecías
Te adormecieses
Te adormeciste jij/je dommelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormecieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormecieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormecerás jij/je zal indommelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormecieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormecieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormecías
Te adormecieras
Te adormeciste jij/je dommelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormeciste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormeciste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormecías
Te adormecieras
Te adormecieses jij/je dommelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adormezcas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'adormecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adormezcas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adormecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adormeces jij/je dommelt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'indommelen'

te"te adueñabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñabas   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñaras
Te adueñases
Te adueñaste
Te apoderabas
Te apoderaras
Te apoderases
Te apoderaste
Te apropiabas
Te apropiaras
Te apropiases
Te apropiaste jij/je maakte je meestertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñabas de":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñabas de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñaras de
Te adueñases de
Te adueñaste de
Te apoderabas de
Te apoderaras de
Te apoderases de
Te apoderaste de
Te enseñoreabas de
Te enseñorearas de
Te enseñoreases de
Te enseñoreaste de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je bemachtigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je maakte je meester vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñaras   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñabas
Te adueñases
Te adueñaste
Te apoderabas
Te apoderaras
Te apoderases
Te apoderaste
Te apropiabas
Te apropiaras
Te apropiases
Te apropiaste jij/je maakte je meestertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñarás   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñares
Te apoderarás
Te apoderares
Te apropiarás
Te apropiares jij/je zal je meester makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñaras de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñaras de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñabas de
Te adueñases de
Te adueñaste de
Te apoderabas de
Te apoderaras de
Te apoderases de
Te apoderaste de
Te enseñoreabas de
Te enseñorearas de
Te enseñoreases de
Te enseñoreaste de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je bemachtigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je maakte je meester vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñarás de":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñarás de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñares de
Te apoderarás de
Te apoderares de
Te enseñorearás de
Te enseñoreares de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je zal bemachtigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je zal je meester maken vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñares   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñarás
Te apoderarás
Te apoderares
Te apropiarás
Te apropiares jij/je zal je meester makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñares de":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñares de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñarás de
Te apoderarás de
Te apoderares de
Te enseñorearás de
Te enseñoreares de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je zal bemachtigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je zal je meester maken vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñarías   spalabras relacionadas:
---------------------
Te apoderarías
Te apropiarías jij/je zou je meester makentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñarías de":
segunda persona singular condicional del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñarías de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te apoderarías de
Te enseñorearías de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je zou bemachtigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je zou je meester maken vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñas   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñes
Te apoderas
Te apoderes
Te apropias
Te apropies jij/je maakt je meestertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñas de":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñas de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñes de
Te apoderas de
Te apoderes de
Te enseñoreas de
Te enseñorees de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je bemachtigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je maakt je meester vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñases   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñabas
Te adueñaras
Te adueñaste
Te apoderabas
Te apoderaras
Te apoderases
Te apoderaste
Te apropiabas
Te apropiaras
Te apropiases
Te apropiaste jij/je maakte je meestertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñases de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñases de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñabas de
Te adueñaras de
Te adueñaste de
Te apoderabas de
Te apoderaras de
Te apoderases de
Te apoderaste de
Te enseñoreabas de
Te enseñorearas de
Te enseñoreases de
Te enseñoreaste de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je bemachtigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je maakte je meester vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñaste   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñabas
Te adueñaras
Te adueñases
Te apoderabas
Te apoderaras
Te apoderases
Te apoderaste
Te apropiabas
Te apropiaras
Te apropiases
Te apropiaste jij/je maakte je meestertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñaste de":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñaste de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñabas de
Te adueñaras de
Te adueñases de
Te apoderabas de
Te apoderaras de
Te apoderases de
Te apoderaste de
Te enseñoreabas de
Te enseñorearas de
Te enseñoreases de
Te enseñoreaste de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je bemachtigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je maakte je meester vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

te"te adueñes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'adueñarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñes   spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñas
Te apoderas
Te apoderes
Te apropias
Te apropies jij/je maakt je meestertweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken'

te"te adueñes de":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'adueñarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
adueñes de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te adueñas de
Te apoderas de
Te apoderes de
Te enseñoreas de
Te enseñorees de 1Agarrar
Agarre
Agazapar
Apoderarse de
Asimiento
Asir
Captar
Coger
Enseñorearse de. jij/je bemachtigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bemachtigen'

2Adueñarse
Apoderarse
Apoderarse de
Apropiarse
Apropiarse de
Usurpación
Usurpar. jij/je maakt je meester vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich meester maken van'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e b c d f g h ij l m nñ p qr s t uvz

6e a e m o u

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_AD Volgende/ Siguiente -->