Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e b c d f g h ij l mp qr s t uvz

6ea e il o ru

7e c g r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_APAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te apaciguabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabas
Apaciguaras
Apaciguases
Apaciguaste
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguaras
Te apaciguases
Te apaciguaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
te"te apaciguaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabas
Apaciguaras
Apaciguases
Apaciguaste
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguabas
Te apaciguases
Te apaciguaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
te"te apaciguarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguarás
Apaciguares
Calmarás
Calmares
Sedarás
Sedares
Sosegarás
Sosegares
Te apaciguares
jij/je zal bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je zal geruststellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
jij/je zal kalmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
te"te apaciguares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguarás
Apaciguares
Calmarás
Calmares
Sedarás
Sedares
Sosegarás
Sosegares
Te apaciguarás
jij/je zal bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je zal geruststellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
jij/je zal kalmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
te"te apaciguarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguarías
Calmarías
Sedarías
Sosegarías
jij/je zou bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je zou geruststellentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
jij/je zou kalmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
te"te apaciguas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguas
Apacigües
Calmas
Calmes
Sedas
Sedes
Sosiegas
Sosiegues
Te apacigües
jij/je bedaarttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelt gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
te"te apaciguases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabas
Apaciguaras
Apaciguases
Apaciguaste
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguabas
Te apaciguaras
Te apaciguaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
te"te apaciguaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apaciguaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabas
Apaciguaras
Apaciguases
Apaciguaste
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguabas
Te apaciguaras
Te apaciguases
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
te"te apacigües":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apacigües
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguas
Apacigües
Calmas
Calmes
Sedas
Sedes
Sosiegas
Sosiegues
Te apaciguas
jij/je bedaarttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelt gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
te"te apagabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagabas
Apagaras
Apagases
Apagaste
Te apagaras
Te apagases
Te apagaste
1Apagar.jij/je zette uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je blies uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je bluste uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je blustetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je deed uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je doofde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je doofdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je maakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagabas
Apagaras
Apagases
Apagaste
Te apagabas
Te apagases
Te apagaste
1Apagar.jij/je zette uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je blies uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je bluste uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je blustetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je deed uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je doofde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je doofdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je maakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagarás
Apagares
Te apagares
1Apagar.jij/je zal uitzettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je zal blussentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je zal doventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je zal uitblazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je zal uitblussentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je zal uitdoentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je zal uitdoventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je zal uitmakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagarás
Apagares
Te apagarás
1Apagar.jij/je zal uitzettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je zal blussentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je zal doventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je zal uitblazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je zal uitblussentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je zal uitdoentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je zal uitdoventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je zal uitmakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagarías
1Apagar.jij/je zou uitzettentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je zou blussentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je zou doventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je zou uitblazentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je zou uitblussentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je zou uitdoentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je zou uitdoventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je zou uitmakentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagas
Apagues
Te apagues
1Apagar.jij/je zet uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je blaast uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je blust uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je blusttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je doet uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je dooft uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je doofttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je maakt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagabas
Apagaras
Apagases
Apagaste
Te apagabas
Te apagaras
Te apagaste
1Apagar.jij/je zette uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je blies uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je bluste uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je blustetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je deed uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je doofde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je doofdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je maakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagabas
Apagaras
Apagases
Apagaste
Te apagabas
Te apagaras
Te apagases
1Apagar.jij/je zette uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je blies uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je bluste uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je blustetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je deed uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je doofde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je doofdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je maakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apagues":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apagarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apagues
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apagar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apagas
Apagues
Te apagas
1Apagar.jij/je zet uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzetten'
2Apagar
Extinción
Extinguir
.
jij/je blaast uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblazen'
jij/je blust uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitblussen'
jij/je blusttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blussen'
jij/je doet uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoen'
jij/je dooft uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitdoven'
jij/je doofttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doven'
jij/je maakt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
te"te apartabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorciabas
Divorciaras
Divorciases
Divorciaste
Te apartaras
Te apartases
Te apartaste
Te divorciabas
Te divorciaras
Te divorciases
Te divorciaste
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je ging uit de wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je trok je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je verwijderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
jij/je zonderde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
te"te apartaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorciabas
Divorciaras
Divorciases
Divorciaste
Te apartabas
Te apartases
Te apartaste
Te divorciabas
Te divorciaras
Te divorciases
Te divorciaste
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je ging uit de wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je trok je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je verwijderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
jij/je zonderde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
te"te apartarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorciarás
Divorciares
Te apartares
Te divorciarás
Te divorciares
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je zal scheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je zal je afzonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
jij/je zal je terugtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je zal uit de weg gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je zal je verwijderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
te"te apartares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorciarás
Divorciares
Te apartarás
Te divorciarás
Te divorciares
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je zal scheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je zal je afzonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
jij/je zal je terugtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je zal uit de weg gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je zal je verwijderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
te"te apartarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorciarías
Te divorciarías
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je zou scheidentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je zou je afzonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
jij/je zou je terugtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je zou uit de weg gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je zou je verwijderentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
te"te apartas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorcias
Divorcies
Te apartes
Te divorcias
Te divorcies
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je scheidttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je gaat uit de wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je trekt je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je verwijdert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
jij/je zondert je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
te"te apartases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorciabas
Divorciaras
Divorciases
Divorciaste
Te apartabas
Te apartaras
Te apartaste
Te divorciabas
Te divorciaras
Te divorciases
Te divorciaste
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je ging uit de wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je trok je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je verwijderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
jij/je zonderde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
te"te apartaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorciabas
Divorciaras
Divorciases
Divorciaste
Te apartabas
Te apartaras
Te apartases
Te divorciabas
Te divorciaras
Te divorciases
Te divorciaste
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je scheiddetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je ging uit de wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je trok je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je verwijderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
jij/je zonderde je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
te"te apartes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apartarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apartes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apartar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Divorcias
Divorcies
Te apartas
Te divorcias
Te divorcies
1Apartamiento
Divorciar
Divorciarse
Divorcio
Plaqueta
.
jij/je scheidttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'scheiden'
2Distanciarse
Evitación
Evitar
Rehuir
.
jij/je gaat uit de wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit de weg gaan'
jij/je trekt je terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich terugtrekken'
jij/je verwijdert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
jij/je zondert je aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich afzonderen'
te"te apasionabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alterabas
Te alteraras
Te alterases
Te alteraste
Te apasionaras
Te apasionases
Te apasionaste
jij/je wond je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasionaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alterabas
Te alteraras
Te alterases
Te alteraste
Te apasionabas
Te apasionases
Te apasionaste
jij/je wond je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasionarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alterarás
Te alterares
Te apasionares
jij/je zal je opwindentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasionares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alterarás
Te alterares
Te apasionarás
jij/je zal je opwindentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasionarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alterarías
jij/je zou je opwindentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasionas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alteras
Te alteres
Te apasiones
jij/je windt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasionases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alterabas
Te alteraras
Te alterases
Te alteraste
Te apasionabas
Te apasionaras
Te apasionaste
jij/je wond je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasionaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasionaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alterabas
Te alteraras
Te alterases
Te alteraste
Te apasionabas
Te apasionaras
Te apasionases
jij/je wond je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'
te"te apasiones":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apasionarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  apasiones
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apasionar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alteras
Te alteres
Te apasionas
jij/je windt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opwinden'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e b c d f g h ij l mp qr s t uvz

6ea e il o ru

7e c g r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_APAVolgende/ Siguiente -->

boven