Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e b c d f g h ij l m nñ p qr s t uvz

6e e f g i o s t u

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_AS Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

te"te aseabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asearas
Te aseases
Te aseaste jij/je knapte je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je maakte je netjestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je reinigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te asearas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asearas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseabas
Te aseases
Te aseaste jij/je knapte je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je maakte je netjestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je reinigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te asearás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asearás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseares jij/je zal je netjes makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je zal je opknappentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je zal je reinigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te aseares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asearás jij/je zal je netjes makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je zal je opknappentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je zal je reinigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te asearías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asearías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
jij/je zou je netjes makentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je zou je opknappentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je zou je reinigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te aseas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asees jij/je knapt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je maakt je netjestweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je reinigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te aseases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseabas
Te asearas
Te aseaste jij/je knapte je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je maakte je netjestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je reinigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te aseaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseabas
Te asearas
Te aseases jij/je knapte je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je maakte je netjestweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je reinigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te asees":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asees
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseas jij/je knapt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opknappen'

jij/je maakt je netjestweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich netjes maken'

jij/je reinigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich reinigen'

te"te asegurabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseguraras
Te asegurases
Te aseguraste jij/je verzekerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te asegurabas de":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseguraras de
Te asegurases de
Te aseguraste de jij/je verzekerde je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te aseguraras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseguraras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurabas
Te asegurases
Te aseguraste jij/je verzekerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te asegurarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurares jij/je zal je verzekerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te aseguraras de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseguraras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurabas de
Te asegurases de
Te aseguraste de jij/je verzekerde je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te asegurarás de":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurares de jij/je zal je verzekeren vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te asegurares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurarás jij/je zal je verzekerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te asegurares de":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurarás de jij/je zal je verzekeren vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te asegurarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
jij/je zou je verzekerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te asegurarías de":
segunda persona singular condicional del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
jij/je zou je verzekeren vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te aseguras":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseguras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegures jij/je verzekert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te aseguras de":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseguras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegures de jij/je verzekert je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te asegurases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurabas
Te aseguraras
Te aseguraste jij/je verzekerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te asegurases de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegurases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurabas de
Te aseguraras de
Te aseguraste de jij/je verzekerde je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te aseguraste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseguraste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurabas
Te aseguraras
Te asegurases jij/je verzekerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te aseguraste de":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseguraste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asegurabas de
Te aseguraras de
Te asegurases de jij/je verzekerde je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te asegures":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asegurarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegures
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseguras jij/je verzekert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren'

te"te asegures de":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asegurarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asegures
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asegurar'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te aseguras de jij/je verzekert je vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verzekeren van'

te"te aselabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselabas
Aselaras
Aselases
Aselaste
Te aselaras
Te aselases
Te aselaste jij/je zat op stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aselaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselabas
Aselaras
Aselases
Aselaste
Te aselabas
Te aselases
Te aselaste jij/je zat op stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aselarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselarás
Aselares
Te aselares jij/je zal op stok zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aselares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselarás
Aselares
Te aselarás jij/je zal op stok zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aselarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselarías jij/je zou op stok zittentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aselas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselas
Aseles
Te aseles jij/je zit op stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aselases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselabas
Aselaras
Aselases
Aselaste
Te aselabas
Te aselaras
Te aselaste jij/je zat op stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aselaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aselaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselabas
Aselaras
Aselases
Aselaste
Te aselabas
Te aselaras
Te aselases jij/je zat op stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te aseles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'aselarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
aseles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aselar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aselas
Aseles
Te aselas jij/je zit op stoktweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op stok zitten'

te"te asemejabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejaras
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas a
Te semejaras a
Te semejases a
Te semejaste a jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejases
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas a
Te semejaras a
Te semejases a
Te semejaste a jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarás
Asemejares
Semejarás a
Semejares a
Te asemejares
Te parecerás
Te parecieres
Te semejarás a
Te semejares a jij/je zal lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarás
Asemejares
Semejarás a
Semejares a
Te asemejarás
Te parecerás
Te parecieres
Te semejarás a
Te semejares a jij/je zal lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejarías
Semejarías a
Te parecerías
Te semejarías a jij/je zou lijken optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejas
Asemejes
Semejas a
Semejes a
Te asemejes
Te pareces
Te parezcas
Te semejas a
Te semejes a jij/je lijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejaste
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas a
Te semejaras a
Te semejases a
Te semejaste a jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejabas
Asemejaras
Asemejases
Asemejaste
Semejabas a
Semejaras a
Semejases a
Semejaste a
Te asemejabas
Te asemejaras
Te asemejases
Te parecías
Te parecieras
Te parecieses
Te pareciste
Te semejabas a
Te semejaras a
Te semejases a
Te semejaste a jij/je leek optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te asemejes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asemejarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asemejes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asemejar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asemejas
Asemejes
Semejas a
Semejes a
Te asemejas
Te pareces
Te parezcas
Te semejas a
Te semejes a jij/je lijkt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lijken op'

te"te ases":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputas
Disputes
Riñas
Riñes
Te asgas 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je maakt ruzietweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je grijpt je vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je gebruikt als voorwendseltweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asfixiabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiaras
Te asfixiases
Te asfixiaste jij/je stiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixiabas con":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiaras con
Te asfixiases con
Te asfixiaste con jij/je stikte doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixiaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiabas
Te asfixiases
Te asfixiaste jij/je stiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixiarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiares jij/je zal stikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixiaras con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiabas con
Te asfixiases con
Te asfixiaste con jij/je stikte doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixiarás con":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiares con jij/je zal stikken doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixiares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiarás jij/je zal stikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixiares con":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiarás con jij/je zal stikken doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixiarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
jij/je zou stikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixiarías con":
segunda persona singular condicional del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
jij/je zou stikken doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixias":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixias
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixia'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixies jij/je stikttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixias con":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixias
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixia'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixies con jij/je stikt doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixiases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiabas
Te asfixiaras
Te asfixiaste jij/je stiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixiases con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiabas con
Te asfixiaras con
Te asfixiaste con jij/je stikte doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixiaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiabas
Te asfixiaras
Te asfixiases jij/je stiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixiaste con":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixiaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixiabas con
Te asfixiaras con
Te asfixiases con jij/je stikte doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asfixies":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfixiarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixies
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixias jij/je stikttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken'

te"te asfixies con":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfixiarse con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asfixies
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asfixias con jij/je stikt doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'stikken door'

te"te asgas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asgas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputas
Disputes
Riñas
Riñes
Te ases 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je maakt ruzietweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je grijpt je vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je gebruikt als voorwendseltweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
Reñías
Reñiste
Riñeras
Riñeses
Te asieras
Te asieses
Te asiste 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je maakte ruzietweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je greep je vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je gebruikte als voorwendseltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
Reñías
Reñiste
Riñeras
Riñeses
Te asías
Te asieses
Te asiste 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je maakte ruzietweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je greep je vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je gebruikte als voorwendseltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputarás
Disputares
Reñirás
Riñeres
Te asirás 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je zal ruzie makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je zal je vastgrijpentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je zal als voorwendsel gebruikentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
Reñías
Reñiste
Riñeras
Riñeses
Te asías
Te asieras
Te asiste 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je maakte ruzietweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je greep je vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je gebruikte als voorwendseltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asirás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asirás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputarás
Disputares
Reñirás
Riñeres
Te asieres 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je zal ruzie makentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je zal je vastgrijpentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je zal als voorwendsel gebruikentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asirías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asirías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputarías
Reñirías 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je zou ruzie makentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je zou je vastgrijpentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je zou als voorwendsel gebruikentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asiste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asiste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
Reñías
Reñiste
Riñeras
Riñeses
Te asías
Te asieras
Te asieses 1Disputa
Disputar
Reñir. jij/je maakte ruzietweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ruzie maken'

2Espetarse. jij/je greep je vasttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vastgrijpen'

3. jij/je gebruikte als voorwendseltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'als voorwendsel gebruiken'

te"te asomabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomaras
Te asomases
Te asomaste
Te mostrabas
Te mostraras
Te mostrases
Te mostraste jij/je vertoonde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asomaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomabas
Te asomases
Te asomaste
Te mostrabas
Te mostraras
Te mostrases
Te mostraste jij/je vertoonde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asomarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomares
Te mostrarás
Te mostrares jij/je zal je vertonentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asomares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomarás
Te mostrarás
Te mostrares jij/je zal je vertonentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asomarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te mostrarías jij/je zou je vertonentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asomas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomes
Te muestras
Te muestres jij/je vertoont jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asomases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomabas
Te asomaras
Te asomaste
Te mostrabas
Te mostraras
Te mostrases
Te mostraste jij/je vertoonde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asomaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomabas
Te asomaras
Te asomases
Te mostrabas
Te mostraras
Te mostrases
Te mostraste jij/je vertoonde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

te"te asombrabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombrabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirabas
Te admiraras
Te admirases
Te admiraste
Te asombraras
Te asombrases
Te asombraste
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombraras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombraras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirabas
Te admiraras
Te admirases
Te admiraste
Te asombrabas
Te asombrases
Te asombraste
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombrarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombrarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirarás
Te admirares
Te asombrares
Te extrañarás
Te extrañares jij/je zal je verbazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je zal je verwonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombrares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombrares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirarás
Te admirares
Te asombrarás
Te extrañarás
Te extrañares jij/je zal je verbazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je zal je verwonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombrarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombrarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirarías
Te extrañarías jij/je zou je verbazentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je zou je verwonderentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombras":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admiras
Te admires
Te asombres
Te extrañas
Te extrañes jij/je verbaast jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwondert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombrases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombrases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirabas
Te admiraras
Te admirases
Te admiraste
Te asombrabas
Te asombraras
Te asombraste
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombraste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombraste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admirabas
Te admiraras
Te admirases
Te admiraste
Te asombrabas
Te asombraras
Te asombrases
Te extrañabas
Te extrañaras
Te extrañases
Te extrañaste jij/je verbaasde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwonderde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asombres":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asombrarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asombres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asombrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te admiras
Te admires
Te asombras
Te extrañas
Te extrañes jij/je verbaast jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verbazen'

jij/je verwondert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwonderen'

te"te asomes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asomarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asomes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asomar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asomas
Te muestras
Te muestres jij/je vertoont jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich vertonen'

té"té Assam":
locución sustantiva

Assam es una región situada al pie de la cordillera del Himalaya, en el norte de la India, que produce un té muy apreciado por su color oscuro y rico sabor.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'té'
Assam
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Assam'
, el assamtheezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: as·sam·thee

Een krachtige, volle thee uit India, met een sterke afdronk. Een goede ontbijtthee.
, de  w
te"te astillabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillabas
Astillaras
Astillases
Astillaste
Te astillaras
Te astillases
Te astillaste jij/je versplinterdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astillaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillabas
Astillaras
Astillases
Astillaste
Te astillabas
Te astillases
Te astillaste jij/je versplinterdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astillarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillarás
Astillares
Te astillares jij/je zal versplinterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astillares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillarás
Astillares
Te astillarás jij/je zal versplinterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astillarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillarías jij/je zou versplinterentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astillas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astilla'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillas
Astilles
Te astilles jij/je versplinterttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astillases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillabas
Astillaras
Astillases
Astillaste
Te astillabas
Te astillaras
Te astillaste jij/je versplinterdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astillaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astillaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillabas
Astillaras
Astillases
Astillaste
Te astillabas
Te astillaras
Te astillases jij/je versplinterdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te astilles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'astillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
astilles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'astillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Astillas
Astilles
Te astillas jij/je versplinterttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'versplinteren'

te"te asustabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmabas
Te alarmaras
Te alarmases
Te alarmaste
Te alborotabas
Te alborotaras
Te alborotases
Te alborotaste
Te asustaras
Te asustases
Te asustaste
Te aterrorizabas
Te aterrorizaras
Te aterrorizases
Te aterrorizaste
Te sobresaltabas
Te sobresaltaras
Te sobresaltases
Te sobresaltaste jij/je schrok optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je schroktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustabas por":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustaras por
Te asustases por
Te asustaste por jij/je schrok vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmabas
Te alarmaras
Te alarmases
Te alarmaste
Te alborotabas
Te alborotaras
Te alborotases
Te alborotaste
Te asustabas
Te asustases
Te asustaste
Te aterrorizabas
Te aterrorizaras
Te aterrorizases
Te aterrorizaste
Te sobresaltabas
Te sobresaltaras
Te sobresaltases
Te sobresaltaste jij/je schrok optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je schroktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmarás
Te alarmares
Te alborotarás
Te alborotares
Te asustares
Te aterrorizarás
Te aterrorizares
Te sobresaltarás
Te sobresaltares jij/je zal opschrikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je zal schrikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustaras por":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustabas por
Te asustases por
Te asustaste por jij/je schrok vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustarás por":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustares por jij/je zal schrikken vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmarás
Te alarmares
Te alborotarás
Te alborotares
Te asustarás
Te aterrorizarás
Te aterrorizares
Te sobresaltarás
Te sobresaltares jij/je zal opschrikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je zal schrikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustares por":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustarás por jij/je zal schrikken vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmarías
Te alborotarías
Te aterrorizarías
Te sobresaltarías jij/je zou opschrikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je zou schrikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustarías por":
segunda persona singular condicional del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
jij/je zou schrikken vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmas
Te alarmes
Te alborotas
Te alborotes
Te asustes
Te aterrorices
Te aterrorizas
Te sobresaltas
Te sobresaltes jij/je schrikt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je schrikttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustas por":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustes por jij/je schrikt vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmabas
Te alarmaras
Te alarmases
Te alarmaste
Te alborotabas
Te alborotaras
Te alborotases
Te alborotaste
Te asustabas
Te asustaras
Te asustaste
Te aterrorizabas
Te aterrorizaras
Te aterrorizases
Te aterrorizaste
Te sobresaltabas
Te sobresaltaras
Te sobresaltases
Te sobresaltaste jij/je schrok optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je schroktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustases por":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustabas por
Te asustaras por
Te asustaste por jij/je schrok vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmabas
Te alarmaras
Te alarmases
Te alarmaste
Te alborotabas
Te alborotaras
Te alborotases
Te alborotaste
Te asustabas
Te asustaras
Te asustases
Te aterrorizabas
Te aterrorizaras
Te aterrorizases
Te aterrorizaste
Te sobresaltabas
Te sobresaltaras
Te sobresaltases
Te sobresaltaste jij/je schrok optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je schroktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustaste por":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustabas por
Te asustaras por
Te asustases por jij/je schrok vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

te"te asustes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asustarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te alarmas
Te alarmes
Te alborotas
Te alborotes
Te asustas
Te aterrorices
Te aterrorizas
Te sobresaltas
Te sobresaltes jij/je schrikt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opschrikken'

jij/je schrikttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken'

te"te asustes por":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asustarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
asustes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asustar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te asustas por jij/je schrikt vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schrikken van'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e b c d f g h ij l m nñ p qr s t uvz

6e e f g i o s t u

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_AS Volgende/ Siguiente -->