Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

d

e

h

i

jlm

o

r

s

u

wyz

3e

_

ab

c

dfghij

l

m

n

ñ

o

pq

r

s

t

uvwxz

4e

_

a

b

c

d

e

f

g

h

i

j

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

z

5e

b

c

d

f

g

h

ij

l

m

nñ

p

qr

s

t

uvz

6e

a

-

r

su

7e

ne

ni

oc

ol

om

on

or

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

TE_ABNE ..... TE_ABORz

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	te"te abnegabas": segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abnegabas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abnegaras Te abnegases Te abnegaste Te sacrificabas Te sacrificaras Te sacrificases Te sacrificaste	1Sacrificarse.	jij/je offerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je verloochende jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abnegaras": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abnegaras Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abnegabas Te abnegases Te abnegaste Te sacrificabas Te sacrificaras Te sacrificases Te sacrificaste	1Sacrificarse.	jij/je offerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je verloochende jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abnegarás": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abnegarás Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abnegares Te sacrificarás Te sacrificares	1Sacrificarse.	jij/je zal je opofferentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je zal je verloochenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abnegares": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abnegares Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abnegarás Te sacrificarás Te sacrificares	1Sacrificarse.	jij/je zal je opofferentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je zal je verloochenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abnegarías": segunda persona singular condicional del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abnegarías Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te sacrificarías	1Sacrificarse.	jij/je zou je opofferentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je zou je verloochenentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abnegases": segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abnegases Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abnegabas Te abnegaras Te abnegaste Te sacrificabas Te sacrificaras Te sacrificases Te sacrificaste	1Sacrificarse.	jij/je offerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je verloochende jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abnegaste": segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abnegaste Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abnegabas Te abnegaras Te abnegases Te sacrificabas Te sacrificaras Te sacrificases Te sacrificaste	1Sacrificarse.	jij/je offerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je verloochende jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abniegas": segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abniegas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abniegues Te sacrificas Te sacrifiques	1Sacrificarse.	jij/je offert je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je verloochent jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abniegues": segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abnegarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abniegues Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abnegar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abniegas Te sacrificas Te sacrifiques	1Sacrificarse.	jij/je offert je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich opofferen'
		2.	jij/je verloochent jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verloochenen'
	te"te abochornabas": segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornabas   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornaras Te abochornases Te abochornaste		jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornaras": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornaras   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornabas Te abochornases Te abochornaste		jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornarás": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornarás   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornares		jij/je zal schamentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornares": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornares   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornarás		jij/je zal schamentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornarías": segunda persona singular condicional del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornarías		jij/je zou schamentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornas": segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornas   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornes		jij/je schaamttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornases": segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornases   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornabas Te abochornaras Te abochornaste		jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornaste": segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornaste   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornabas Te abochornaras Te abochornases		jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abochornes": segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abochornarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abochornes   spalabras relacionadas: --------------------- Te abochornas		jij/je schaamttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
	te"te abolsabas": segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsabas   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolsaras Te abolsases Te abolsaste		jij/je zakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolsaras": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsaras   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolsabas Te abolsases Te abolsaste		jij/je zakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolsarás": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsarás   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolsares		jij/je zal uitzakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolsares": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsares   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolsarás		jij/je zal uitzakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolsarías": segunda persona singular condicional del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsarías		jij/je zou uitzakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolsas": segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsas   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolses		jij/je zakt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolsases": segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsases   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolsabas Te abolsaras Te abolsaste		jij/je zakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolsaste": segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolsaste   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolsabas Te abolsaras Te abolsases		jij/je zakte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abolses": segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abolsarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abolses   spalabras relacionadas: --------------------- Te abolsas		jij/je zakt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitzakken'
	te"te abombabas": segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombabas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombaras Te abombases Te abombaste		jij/je welfdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombaras": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombaras Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombabas Te abombases Te abombaste		jij/je welfdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombarás": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombarás Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombares		jij/je zal welventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombares": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombares Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombarás		jij/je zal welventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombarías": segunda persona singular condicional del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombarías Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'		jij/je zou welventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombas": segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombes		jij/je welfttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombases": segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombases Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombabas Te abombaras Te abombaste		jij/je welfdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombaste": segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombaste Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombabas Te abombaras Te abombases		jij/je welfdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abombes": segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abombarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abombes Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abombar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abombas		jij/je welfttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'welven'
	te"te abonabas": segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonabas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abonaras Te abonases Te abonaste		jij/je abonneerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je abonneerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je nam een abonnement optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je nam een abonnementtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abonaras": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonaras Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abonabas Te abonases Te abonaste		jij/je abonneerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je abonneerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je nam een abonnement optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je nam een abonnementtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abonarás": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonarás Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abonares		jij/je zal je abonneren optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je zal je abonnerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je zal een abonnement nemen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je zal een abonnement nementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abonares": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonares Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abonarás		jij/je zal je abonneren optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je zal je abonnerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je zal een abonnement nemen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je zal een abonnement nementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abonarías": segunda persona singular condicional del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonarías Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'		jij/je zou je abonneren optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je zou je abonnerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je zou een abonnement nemen optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je zou een abonnement nementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abonas": segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abones		jij/je abonneert je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je abonneert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je neemt een abonnement optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je neemt een abonnementtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abonases": segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonases Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abonabas Te abonaras Te abonaste		jij/je abonneerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je abonneerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je nam een abonnement optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je nam een abonnementtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abonaste": segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abonaste Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abonabas Te abonaras Te abonases		jij/je abonneerde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je abonneerde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je nam een abonnement optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je nam een abonnementtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te abones": segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abonarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   abones Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abonar'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abonas		jij/je abonneert je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren op'
			jij/je abonneert jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich abonneren'
			jij/je neemt een abonnement optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen op'
			jij/je neemt een abonnementtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een abonnement nemen'
	te"te aborrajabas": segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajabas   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcochabas Abizcocharas Abizcochases Abizcochaste Empanabas Empanaras Empanases Empanaste Empanizabas Empanizaras Empanizases Empanizaste Te aborrajaras Te aborrajases Te aborrajaste		jij/je paneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajaras": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajaras   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcochabas Abizcocharas Abizcochases Abizcochaste Empanabas Empanaras Empanases Empanaste Empanizabas Empanizaras Empanizases Empanizaste Te aborrajabas Te aborrajases Te aborrajaste		jij/je paneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajarás": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajarás   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcocharás Abizcochares Empanarás Empanares Empanizarás Empanizares Te aborrajares		jij/je zal panerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajares": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajares   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcocharás Abizcochares Empanarás Empanares Empanizarás Empanizares Te aborrajarás		jij/je zal panerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajarías": segunda persona singular condicional del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajarías   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcocharías Empanarías Empanizarías		jij/je zou panerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajas": segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajas   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcochas Abizcoches Empanas Empanes Empanices Empanizas Te aborrajes		jij/je paneerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajases": segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajases   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcochabas Abizcocharas Abizcochases Abizcochaste Empanabas Empanaras Empanases Empanaste Empanizabas Empanizaras Empanizases Empanizaste Te aborrajabas Te aborrajaras Te aborrajaste		jij/je paneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajaste": segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajaste   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcochabas Abizcocharas Abizcochases Abizcochaste Empanabas Empanaras Empanases Empanaste Empanizabas Empanizaras Empanizases Empanizaste Te aborrajabas Te aborrajaras Te aborrajases		jij/je paneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborrajes": segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'aborrajarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborrajes   spalabras relacionadas: --------------------- Abizcochas Abizcoches Empanas Empanes Empanices Empanizas Te aborrajas		jij/je paneerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'paneren'
	te"te aborujabas": segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujabas   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujaras Te aborujases Te aborujaste		jij/je duffelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujaras": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujaras   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujabas Te aborujases Te aborujaste		jij/je duffelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujarás": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujarás   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujares		jij/je zal induffelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujares": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujares   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujarás		jij/je zal induffelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujarías": segunda persona singular condicional del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujarías		jij/je zou induffelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujas": segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujas   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujes		jij/je duffelt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujases": segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujases   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujabas Te aborujaras Te aborujaste		jij/je duffelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujaste": segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujaste   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujabas Te aborujaras Te aborujases		jij/je duffelde intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'induffelen'
	te"te aborujes": segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'aborujarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'   aborujes   spalabras relacionadas: --------------------- Te aborujas		jij/je duffelt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'induffelen'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

d

e

h

i

jlm

o

r

s

u

wyz

3e

_

ab

c

dfghij

l

m

n

ñ

o

pq

r

s

t

uvwxz

4e

_

a

b

c

d

e

f

g

h

i

j

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

z

5e

b

c

d

f

g

h

ij

l

m

nñ

p

qr

s

t

uvz

6e

a

-

r

su

7e

ne

ni

oc

ol

om

on

or

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

TE_ABNE ..... TE_ABORz

Volgende/ Siguiente -->

boven